Ga naar de inhoud

Oude liefdes

Oude liefdes roesten natuurlijk wèl, en dat geldt ook voor literaire liefdes en discoliefdes. Even speeddaten met Spotify en helaas, zoals ik al vreesde, van Iron Butterfly (een van de eerste LP’s die ik kocht, bedwelmd door het orgeltje en de magische drumsolo in In a Gadda da Vida) moet ik nu niets meer hebben, zelfs niet op mijn harde schijf.

Aan zo’n hernieuwde kennismaking val je je tegenwoordig geen buil, dankzij de nieuwe media en soms slaat de oude vlam wel in de pan (de RaDa-metaforenmixer werkt zich een slag in de rondte).

Ook de e-reader heeft me een onverwachte impuls gegeven. Vooropgesteld, als ik geen anglist was, had ik zo’n ding nooit gekocht en dan nog, het is (hadden we nou een vrije wereldeconomie of niet?) vrijwel onmogelijk om recente boeken zonder strapatsen bij een Engelse of Amerikaanse boekhandel te bestellen. Soms wordt je gewoon van de site gekickt (richting troebele torrents), of verlangen ze een Amerikaanse creditcard.

Maar de gratis boeken zijn voor mij een schatkamer op zich en al snuffelend, word je weer op het spoor gezet van schrijvers waaraan je lang, lang geleden verknocht was. Ford Madox Ford is er zo een. Ik was op zoek naar de epub-versie van een boek dat ik ooit ademloos las, The Good Soldier (aka ‘The Saddest Story’ – dat was in 1915 de oorspronkelijke romantitel; die ‘goede soldaat’ verzon Ford uit ballorigheid toen zijn uitgever in verband met WO I aandrong op een positievere, vaderlandslievende titel). Twee klikken verder vond ik (ook gratis te downloaden) Ladies Whose Bright Eyes. Toch maar even proberen, ondanks het frivole gegeven, een tijdreis naar de middeleeuwen. En zowaar, ik beleefde er veel plezier aan!

Naar reisschrijver Norman Lewis zocht ik ook op de e-plank, zonder veel succes; mijn verbetenheid – ja, zo gaat dat- bracht me vervolgens via Antiqbook bij De Slegte en daar lagen bij vestigingen her en der in het land nog diverse boeken die ik niet had gelezen. The Honoured Society, over de Siciliaanse maffia, heb ik inmiddels uit, de rest volgt spoedig.

De derde gouwe ouwe die ik hier wil noemen is Richard Brautigan, die ik ergens omschreven zag als ‘het kind dat met het vieze badwater van de jaren zestig werd weggegooid’. Hoe dan ook, als student las ik ‘m maar wat graag, met zijn experimentele speelsheid. Onlangs betrapte ik de huisdichteres met The Hawkline Monster, dat was mijn eerste aansporing en de tweede kwam toen we met striptekenaar Bandirahin de trein zaten en ik de ongewenste intimiteit beging hem te vragen wat hij las. Het bleken memoires over Brautigan, en meneer (een peuter toen Brautigan zelfmoord pleegde in 1980) bekende een fan te zijn.

Vandaag las ik Brautigans laatste tijdens zijn leven gepubliceerde roman, So the Wind Won’t Blow It All Away. Niet zijn beste, maar persoonlijker dan zijn vroege werk en nauwelijks gedateerd. Ik heb me destijds niet vergist, stelde ik tevreden vast.

(Al kan je je natuurlijk ook twee keer vergissen.)

2 gedachten over “Oude liefdes”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *