Een paaswandeling met een ‘beetje woeste natuur’ bliefde de huisdichteres, dus we togen duinwaarts.
En woest zou het worden! In de berm stonden waarschuwingsborden voor de dreigende paddentrek (als je niet oppast, word je in het seizoen vertrapt door tienduizenden paddenhoeven) en de aanloop naar ingang Bleek en Berg was afgezet met rood-wit lint dat ons moest beschermen tegen een ander gevaar:
En gat in de markt, die processierups! Wat voor lint hebben is er nog meer in de handel? Teken? Bramen? Relmuizen?
We hebben de duinexpeditie gelukkig goed doorstaan. Maar het feestelijk hoogtepunt van de ochtend lag eerder, bij de kinderboerderij in de buurt van Thijsses Hof. Daar zat, verheven boven de andere dieren, een pauw, op zijn paasbest – met een air of hij een duizendkoppige menigte op het St. Pietersplein ging toespreken.
“Hé, jij daar, doe ‘s een showtje!” joelde ik, maar hij gaf geen sjoege. Pas toen we verder liepen kwam hij in actie en toen maakte hij er ook echt werk van. Een privévoorstelling speciaal voor ons, want er was geen hen te bekennen. Eerst (we bewaren het mooiste voor het laatst) het achteraanzicht, waarbij de pennen een knisperend geluid produceren, voor extra effect.
Als alle veren zijn opgezet, bestrijken ze naar schatting vier vierkante meter. Vervolgens dribbelt het gevaarte met kleine pasjes voorwaarts, waarbij de onderste veren over de grond schrapen. Het is met zo’n vleugelspan of er een combine harvester op je afkomt.
En zo ziet het er van dichterbij uit:
En dat studeert zo’n praalhans dan allemaal in om zo’n sjofel, grauw pauwvrouwtje te versieren…
Ik heb zo’n beest wel eens gezien bij windkracht 10 op de Noord-boulevard voorbij zien surfen: best wel kunstig!
Lekker zinnetje trouwens!
Bleek en Berg. Sinds ik een essay las (in het boek: dit is Nederland, in tachtig meesterwerken / schilderijen) van Hans den Hartog Jager over de ‘Haarlempjes’ van Jacob van Ruisdael, denk ik toch aan de bleekvelden: waar het hagelwitte linnen in het groen lag te drogen.