Ga naar de inhoud

Krijtstof en donkere materie

De grapefruit zoals mijn vader die elke ochtend aan zichzelf toediende had duimdikke gele schillen en was vergeven van de pitjes. Het vruchtvlees zat verpakt in taaie vliezen en smaakte wrang.

Een medicijn tegen opkomende levensvreugde, dachten wij kinderen als we toekeken hoe hij verbeten wrikte en pulkte om de partjes te bevrijden. Voor je plezier at je die bittere dingen niet.

Ik moest eraan denken op deze weldadig lome zaterdagochtend, après een week stevig werken, terwijl ik sap perste van mango en pitloze rode grapefruit. Zoals een oud RaDa-spreekwoord zegt: ‘vroeger was alles beter – behalve de dingen die slechter waren’.

Voorafgaand aan het ontbijt vond ik een CD terug die kennelijk lang geleden achter het rijtje in de kast was gevallen: het Kronos Quartet met Early Music (ja, vroeger was…). Ik ontleedde de krant in katernen en – zó’n ochtend was het – actualiteit en economie gaven als vanzelfsprekend voorrang aan Wetenschap. Donkere materie, quasideeltjes, nanodraadjes, quantumdoosjes en de nieuwe sensatie, de majorana-deeltjes. Het ontspant me daarover te lezen; het is zó ver boven mijn petje dat de geest kan waaien.

Bij het NRC-interview met Leo Kouwenhoven (die de majoranadeeltjes ‘groot’ maakte, in de publiciteit althans, en die ooit een loods wil bouwen die wordt gekoeld tot het absolute nulpunt) staat een foto waarop de Delftse emeritus hoogleraar staat afgebeeld voor een klassiek schoolbord. Volgekliederd met fysisch abacadabra, besmoezeld en slordig beveegd, een stoffige wisser op de krijtrichel.

Au, een jaloeziescheut. Híj wél!

Het gebruik van bordkrijt is tegenwoordig exclusief voorbehouden aan Nobelprijskandidaten. Zelf schrijf ik (net als 98% van de Nederlandse leraren alweer zo’n tien jaar met plastic markers op gladde whiteboards of op smartboards, die van geen inkt willen weten. Denk nou niet dat ik dagelijk les sta te geven in een plasje nostalgie, maar wat wel zo is: onlangs was ik even in een schooltje waar nog wél een echt bord was. Ik was niet te houden. Wilde weten of ik het nog kon.

Het was drie woorden wennen. Aan de frictie. Daarna gleed mijn krijtje ouderwets sierlijk over het bord, in ontspannen cadens, de regels volmaakt evenwijdig. ‘I could do this all day’ zeggen de Amerikanen bij zulke ervaringen. Het enige wat aan mijn geluk ontbrak, waren een spons en zo’n glazenwasserswissertje.

Ja, vroeger was alles beter (behalve de smartboards en de nanotechnologie).

3 reacties op “Krijtstof en donkere materie”

  1. Ik heb ook nog wel eens als gastdocent les gegeven op een middelbare school.
    Daar waren dus ook alleen van die witte borden en later zelfs smartborden. Wat moest ik daarmee? Wat een onzin! Uit pure ellende maar een stuk karton opgehangen om op te tekenen.

    Karton werkt. Als het leven even tegen zit.

  2. Ergens in het noorden van het land bezocht ik ooit een dorpje waar alles zo was gehouden als vroeger. Er was ook een school, met lange banken en inktpotjes. Er was een bord, er was krijt, en ja, ik kon het nog. Ik mis die frictie, en het geluid.

  3. Is Costerinstituut een schuilnaampje voor Zaanlands Lyceum, Arno? Daar ging Marius altijd volledig los op het bord, met emmer en veger. Ververste zijn water eenmaal per week ten gunste van de juiste bordgloss door algvorming in het basische water. Plasjes nostalgie? Plasjes kalkwater zul je bedoelen op de lichtzeeblauwe marmoleumvloeren een Mojave van kalkdeeltjes.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *