Het was zo’n dag dat alles op zijn mooist was: de jonge vrouwen in hun blote vakantiejurkjes, het rijpe fruit in de marktkraampjes, de koorzang op de openluchtpodia, het kanariegeel van de wegafzettingen.
Op de hoek van de Verspronckweg zette een brommerrijder een wheelie in, langs de Schotersingel en toen hij in de Ostadestraat uit zicht verdween reed hij nog steeds op één wiel (op weg naar de Zaanelaan?).
‘Niet slecht’, zei een man goedkeurend tegen mij en ik beaamde het. En daarna zag ik ook nog een Beautje.
Mag ik morgen nog zo’n dag?
P.S. Nog een grappige bootnaam hier.