Here lies a wretched corpse, of wretched soul bereft,
Seek not my name. A plague consume you wicked caitiffs left!
Here lie I, Timon, who alive all living men did hate:
Pass by and curse thy fill, but pass and stay not here thy gait.
Wegwezen hier, niet rondhangen bij mijn graf – Timon van Athene was lang voor zijn dood klaar met de mensheid. Na zijn verbanning wegens schulden (veroorzaakt door zijn naieve vrijgevigheid aan ‘vrienden’ / profiteurs, die hem vervolgens laten barsten) leeft hij in het bos, van wortels en bessen – ontgoocheld, cynisch, luid razend en tierend. Hij sterft niet na het uitspreken van een meeslepende monoloog die ons vervult van mededogen met zijn tragisch lot; nee, hij wankelt weg, een grot in en sterft kort daarna in eenzaamheid, off stage, ergens bij een strand.
Timon of Athens is een van Shakespeares minst gespeelde en minst geliefde stukken. Psychologisch rammelt er het een en ander (Timons snelle metamorfose van filantroop naar misantroop) en het biedt geen enkele troost. Het speelt zich af in een mannenwereld – de enige vrouwen in de lijst met dramatis personae zijn twee hoeren. Geld en goud verdringen liefde en trouw.
Gisteren besloot ik impulsief naar de schouwburg te gaan, waar Toneelgroep Maastricht zijn Timon opvoerde. Tot mijn verwondering was er nog plek op de eerste rij. Ik had geen recensies gelezen, en het voelde eigenlijk wel fijn er helemaal blanco / bolletjesvrij neer te ploffen. De zaal was redelijk gevuld, maar zat lang niet vol.
In de eerste scène had ik een bang moment toen er sirtakimuziek losbarstte en Timon en zijn vrienden elkaar in een soort party game bestookten met vragen. Over geld, materialisme en egoïsme. Oh ja… Griekenland, schuldencrisis… Ik vreesde een platte transpositie naar de actualiteit, maar dat deed regisseur Arie de Mol ons niet aan – af en toe een speldenprikje, meer had hij niet nodig om te bewijzen dat ‘Timon’ de houdbaarheidsdatum niet heeft overschreden.
Spoedig viel alles op zijn plek en herkende ik het oorspronkelijke stuk. Weliswaar met een paar verschillen, maar alle ingrepen pakten goed uit. De tamelijk hinderlijk aanwezige filosoof Apemantus was gesneuveld in deze versie (en vervangen door die gewetensvragen aan het begin?). Rentmeester Flavius (Lorre Dijkman) en ‘vriend’ Sempronius (Judith Pol) haddden een geslachtsverandering ondergaan, wat het toneelbeeld ten goede kwam. De mandolinemuziek van Servilius ontwikkelde zich gaandeweg van obligaat, toeristenpleasend achtergrondgetokkel tot een wrang commentaar op de handeling. Ook de vertaling van Willy Courteaux beviel me.
En wat waren de spelers goed! Stuk voor stuk. Trefzeker en tekstvast. Mimiek en gebaren dienden konsekwent het grotere geheel, zonder dat het ten koste ging van het spelplezier. Ik heb veel gegniffeld en gegiecheld, meer dan bij menige komedie, en toch… tegen het eind, als Timon zijn redeloze afkeer van de mensheid de zaal in brult, heb je als toeschouwer geen plek om te schuilen en ontkom je er niet aan jezelf enkele indringende vragen te stellen.
Toen de Toneelschuur nog in de Smedestraat huisde en ik in de Morinnesteeg woonde, zag ik soms drie voorstellingen per week. Meestal spontaan: om 20.20 uur besloot ik te kijken of er nog kaartjes waren. Toen verhuisden wij alletwee en vervolgens dreef ik af van het Nederlands toneel. Te vaak onbegrijpelijk / pretentieus / Ivo van Hovig theater gezien. Of veel te begrijpelijk, pretentieloos, nIvoloos geschmier.
Ik was het haast vergeten, maar het kan dus zomaar gebeuren, dat je zonder speciale verwachting lui onderuitzakt, om al na een paar minuten bij je kladden te worden gegrepen. En daarna geen moment wordt losgelaten, zodat je na het slotapplaus opgetogen de foyer inloopt.
‘Timon’ staat vanavond helaas voor het laatst op de speellijst, maar ik ga jullie volgen, Toneelgroep Maastricht.
P.S. Vrijdag was er een werkelijk schitterende aflevering van het Voorleestheater. Met teksten van Marieke van der Pol, Gerrie Hondius (duizendpoot en zandtekenaar), Arthur Umbgrove en muziek van Fay Lovsky. Ook een ophetpuntjevandestoelavond. Maar dat Voorleestheater wil ik niet groot schrijven. Dat moet precies blijven wat het nu is. Dus zegt het niet voort!
Mooi. En ja: vertel dat van het Voorleestheater liever niet door.
Niet-retweet.
Prachtige recensie, Marius.
Ik miste mezelf er een klein beetje in. ‘ Er zat een vrouw naast me, Maastrichts actrice\theatermaker, die ook van wanten weet, die in die precaire stilte voor het Haarlems applaus BRAVO BRULDE ‘ of zoiets. Maar dit TERZIJDE. Dank je wel. Niet in het minst voor de tractatie x Julia
@Julia: Helaas, dat is het trieste lot van de vrouw naast de schrijverd. Bob den Uyl werd op zijn tochten altijd vergezeld door zijn echtgenote, voor wie in de reisverhalen zelfs geen bijrolletje was weggelegd.