Vlakbij ligt mijn derde lieu de mémoire, Natuurbad Velserend. Al decennia gesloten en miraculeus ontglipt aan de projectontwikkelaars. De bassins liggen er nog, gevuld met regenwater.
Tot voor kort had het verval er vrij spel. Langs de afrastering stonden – scheef, vermolmd, gevandaliseerd – dezelfde houten kleedhokjes waar ik mijn natte zwembroekje in een handdoek rolde, en waar (gegil, gejoel!) altijd een vage opwinding heerste waar ik als prille elfjarige niets van begreep. In maart zijn ze gesloopt door een asbestverwijderingsbedrijf.
Inmiddels is het er weer stil. In ‘het diepe’ drijft nog steeds de boei. Roestig, maar hij drijft. Badjuffrouw Rina, zij met de haak, waakt niet meer tegen wangedrag. Toch hoor ik in het voorbijgaan soms haar snerpende megafoonstem: “Ja, jij daar! Eruit! NU! Naar de kant!”
Dat schreef ik in mijn eerste column voor Straatjournaal, vier maanden geleden. Het was een soort ode aan de Bergweg. En kijk nu eens. Ik weet niet wíe ze zijn en wát ze aan het doen zijn (er staat geen info-bord) maar ze doen iets. Van alles. Sporen van rupsbanden in het zand en het bad is bijna leeg.
En de boei… De boei…
Hoe diep kan je zinken, als boei?
*******************
Meer activiteit langs de duinrand: toen we zondag de Kennemerduinen in liepen, dacht ik aanvankelijk dat ze een hangar aan het bouwen waren voor de luchtvloot van de NPK-boswachters.
Au! De Zandwaaier (die nog maar 15 jaar bestaat) gaat dicht en aan de andere kant van de Zeeweg, bij de hoofdingang, komt nu dit… dit… deze… uh… Als ze ons iets willen vertellen over de wintervoorraad van de rode eekhoorntjes, de vliegenzwam en de bedreigde droogkokende duinsalamander kunnen ze toch wel toe met een bescheidener onderkomen? Nee, hier gaat uitgebaat worden, beste Raarlemmers, door grote grimmige uitbaters. Duinparty’s, duinevenementen, duincatering en duincongressen dreigen.
De boodschap is niet mis te verstaan: Nationaal Park Zuid-Kennemerland means business.
En de boei…Hij boeide voort.