Met je vingertje in de dijk staan terwijl de golven er over klotsen en het water aan je lippen staat… wie doet het niet op zijn tijd?
In de NRC staat dit weekend een opiniestuk van aankomend romancier Marian Donner. Zij heeft geen hoge dunk van de moderne mens, die (in tegenstelling tot de Cro Magnonmens, de middeleeuwer en de sovjetmens) zwelgt in zijn eigen emotieclichés/cliché-emoties – zie het voorspelbare, verwisselbare fotoaanbod op Instagram, Tumblr en Pinterest. Maagdelijke sneeuw, een bloem naast de snelweg, de kat die zich genoeglijk uitrekt en vul maar aan. Veel lyriek op het Internet, maar geen analyse, geen kritiek, achtergrond of voorgeschiedenis. Pfoe, we doen het niet best met z’n allen! Hopelijk komt er nog een vervolgartikel met een remedie, daar zou de mensheid bij gebaat zijn.
Maar nu míjn vingertje in de dijk, een opgeheven vingertje nog wel. Donner schrijft over het fenomeen decay-porn (d.w.z. gephotoshopte vervallen gebouwen):
‘Elke context mist.’
En over het hersenloze emotiedumpen door volwassenen die beter zouden moeten weten, en verzuimen de wereld te onderzoeken en bestuderen: ‘Maar juist dat begrip mist in de verheerlijking van ‘het moment’.’
ONTBREEKT! ONTBREEKT!!!!
Weliswaar vind ik Taaladvies aan mijn zijde en krijg ik morele steun van Onze Taal, maar wat koop je ervoor? Verzet helpt niet, dit is een verloren strijd. De tegenstander leest geen stijlboeken en smaalt om taalpuristen en grammar nazis. Over tien jaar gebruikt iedereen (mijzelf niet uitgesloten?) ‘missen’ als onovergankelijk werkwoord. De moed mist me in de schoenen als ik er aan denk.