“En ik heb nog een nieuw woord voor je.”
Mijn moeder weet waar ze me blij mee kan maken. Kijk, zo zag ze er gisteren uit na een kleine medische ingreep aan haar oog.
Het was de nasleep van een staaroperatie, die nodig was omdat anders haar rijbewijs niet werd verlengd. Daarna bleef ze sukkelen met een ooglid dat uitgelubberd was en wimpers die naar binnen groeiden. De oogarts wist raad met het ongemak, had hij gezegd. Uiteindelijk was hij een uur bezig geweest, en mijn moeder was na de ooglidcorrectie behoorlijk toegetakeld. Maar het komt goed, ze draagt haar lot dapper en ze had in ieder geval dat woord, dat ze opdiende als was het een handgemaakte bonbon: ectropion.
Ik googlede ‘ectropion’ (een naar buiten gedraaid ooglid) en toen ik op ‘afbeeldingen’ klikte, werd ik door tientallen ogen indringend aangestaard. Dit was er een.
Dit waren er drie:
Samen vormden ze een soort gruwelkabinet.
Maar een mooi woord is het, ectropion! Nou, nog eentje om het af te leren. Tussen al die lugubere foto’s stond ook deze:
ik heb niks met ogen, ja wel hoe ze kijken maar niet hoe ze er uitzien. Het is naar om te zien. En dat woord ? Dat kan ik niet onthouden.
De harde werkelijkheid! Nee, deze rada sla ik over, kop in t zand.
Zie de mens.