I.
Hoe lang doen ze met zulke exhibitionistische schoenen, vroeg ik me af tijdens Atletico – Chelsea (de ideale afvraagwedstrijd, want aan voetbal kwamen de vedetten niet toe). Signaalrood, kanariegeel, Spablauw… Zijn er nog spelers die hun schoenen afdragen, gewoon omdat ze zo lekker zitten en helemaal naar hun voeten zijn gaan staan?
Toen ik een jaar of acht was voetbalde ik het liefst op een paar afgetrapte gewone schoenen met een gat in de neus. Ik had ook echte ‘kicksen’ (met een harde neus) maar daarin had je minder balgevoel. Later bereidde ik me altijd op een wedstrijd voor door langdurig mijn voetbalschoenen te poetsen.
II.
Bestaan er mensen die niets met leer hebben? Die nooit vergroeid zijn geweest met een oud leren jack, of nooit een portemonnee hadden die met de jaren de contouren van hun dijbeen had aangenomen en die pas werd weggedaan toen hij doorzichtig werd van ouderdom? Mensen met een levenslange voorkeur voor synthetisch?
III.
Ik lees momenteel met veel plezier Jo Bakers roman Longbourn. Het boek is losjes (maar zeer geraffineerd) gebaseerd op het verhaal van Jane Austens Pride and Prejudice, met dit verschil dat de verwikkelingen worden gezien vanuit het perspectief van het personeel. Want ja, de zwijmelende, kirrende, zich optuttende en aan hun huwelijkskansen wanhopende Bennett-zusjes moeten wel worden bediend. Hun rijlaarsjes zaten dik onder de modder na zo’n romantisch ritje met de heren Darcy of Bingley. Hun pispotten moesten geleegd en de dames sjouwden niet zelf met teilen om hun nachthemden en maandverband te wassen.
Alles was bewerkelijk, vergeleken met nu, en alle materialen waren stug en weerbarstig. Leer wreven ze in met ‘dubbin’ en dat maakten ze dan weer zelf van kaarsvet, was en schapenvet. Om een karweitje zaten ze nooit verlegen.
IV.
Dit jaar was ik aan een nieuwe schooltas toe en omdat hij nog maar vijf jaar mee hoefde te gaan, besloot ik voor het eerst van mijn leven iets op Marktplaats te kopen. Voor €35 had ik een vrijwel ongebruikte, slanke, Italiaanse leren tas. Gardini*, geloof ik. Wat stijfjes nog, maar dat was een kwestie van tijd.
Er gebeurde iets raars. Die tas ontwikkelde zich ongewenst. Hij verloor zijn figuur, maar niet door op de juiste plekken mee te geven en te lubberen. Nee, hij werd van onderen twee keer zo breed. En hij bleef stijf, ondanks de dagelijkse massage op mijn bagagedrager. Ik schraapte met mijn handen langs de vakken telkens als ik iets pakte en bij het lopen sneed de onderste rand agressief in mijn kuit. Onze relatie verslechterde met de dag. Een paar weken geleden besefte ik dat het niet meer goed zou komen. Weg ermee.
In de Cronjéstraat vond ik de volmaakte leren tas. Als ik ‘m oppak, vlijt hij zich tegen me aan als een luie, dikke kat. Nu al! Alleen spinnen doet hij nog niet.
V.
Ik schaam me voor mijn ooit zwartleren bankstel zodra iemand anders dan ik er op gaat zitten. Het is zeker dertig jaar oud. Verweerd, bevlekt en verschoten. Doorleefd. De gladde, misvormde kussens glippen onder de bezoekers weg. Zelf zit ik er nooit op. Ik lig, en dan klopt alles. Al dertig jaar ben ik eraan verknocht.
Elke keer als er bezoek is, besef ik dat zijn einde nadert. Hoewel? Onlangs zag ik een advertentie van hergebruik-website doorgaan.nl. Anneke van der Heide Wijma van het bedrijfje XOFA zegt daarin: “Ik zie afgedankte banken niet als afval, maar juist als basis voor iets nieuws. Het leer is te mooi om te laten liggen.”
XOFA maakt tassen van oude bankstellen, dus wie weet is dat een mooi compromis? Als ik de garantie heb dat mijn bankstel gereïncarneerd als koffer of reistas terugkeert, kan ik het misschien over mijn hart verkrijgen het te vervangen. De tijd zal het leren.
*Merknamen die uit dit stukje zijn weggelaten om iedere schijn van product placement te vermijden: Quick, Adidas, Saccoo, Alfred A. Knopf, Famag Rapide Ledervet, XOFA, KLM, Volvo. Martin Bril, bedankt!