De natuur neemt de zomer weer erg serieus dit jaar. Neem het groothoefblad bij Middenduin; het staat zo hoog en zo dicht opeen dat menige gifpijlschietende Papoea-stam er tot de herfst onontdekt zou kunnen wonen.
Ja (kort medisch bulletin), de ribben helen en de voltallige eenpersoons RaDa-reda kan weer pijnvrij wandelen.
Zondag liepen we van station Halfweg richting Haarlem, door Spaarnwoude, waar de bermen vol stonden met kant en klare, ongeplukte veldboeketten. Vooral langs de spoorlijn hielden de bloemen een niet eerder vertoonde kleurenshow. Klaprozen in traditioneel rood, maar ook in lilac en roze. Jammer dat ik aan dysbotanie lijd, want graag had ik hier gegeurd met de namen vaan al het prachtigs dat we onderweg tegenkwamen. En de foto’s doen geen recht aan de kleurenpracht, op de een of andere manier verwelken die bloemen ergens tussen lens en harde schijf.
Met een uitzondering. Ergens in een prutsloot zagen we paarse waterlelies:
En zo zagen ze er van dichtbij uit:
De entree tot het gebied is gratis; toegankelijk voor rijwielen, wandelwagens, rolstoelen, skeetplanken, skippyballen, rolski’s en bolderkarren.
Wat prachtig, Marius! Het is ons Nederlands antwoord op de LOTUS, Zen- en Alchemisten-symbool. Groeit alleen uit bagger namelijk, een vrolijke levendige variant op ‘ van lood goud maken’ dus. Hartelijks van je eigenste alchemiste Julia H.