Hieronder mijn Straatjournaalcolumn (december) over het raadsrumoer van de afgelopen maanden
Waar de burgemeester dat been versierd had weet ik niet. Hoe dan ook, bij de begrotingsbehandeling in de Haarlemse raad bood Bernt Schneiders de VVD-fractie symbolisch één been van een etalagepop aan. In het vervolg liever niet meer met gestrekt been inkomen, luidde de boodschap. Fair play, s.v.p.
De ludieke actie leek ingegeven door radeloosheid. Na een door de VVD-fractie vakkundig aangezwengelde campagne was die week D66-wethouder Cassee opgestapt en drie van de negen D66-raadsleden, onder wie fractievoorzitter Maaike Pippel, hadden er in zijn kielzog de brui aan gegeven. Het geginnegap om dat in een roze kous gestoken been kon de grafstemming in de ooit zo knusse raadszaal slechts even verdoezelen. Alleen de VVD meende dat ze met het volbrengen van haar karaktermoord iets te vieren had: het succes van de oppositie nieuwe stijl.
De drie spraakmakendste, luidruchtigste leden van de vijfkoppige VVD-fractie zijn Rob de Jong, Jeroen Boer en Wybren van Haga. Het is een onwaarschijnlijk trio – Spitting Image zou er verguld mee geweest zijn: Rob de Jong is Dolly Bellefleur verkleed als man, Boer heeft de branie van een straatschoffie en Van Haga is een toonbeeld van uiterlijke beschaving. Geboren met een stropdas om. Als Van Haga ‘cor-rup-tie’ zegt, hoor je alle letters afzonderlijk.
De leden van JoBoHa hebben het buitengemeen met elkaar getroffen. JoBoHa weet hoe de wereld in elkaar zit, wie goed of slecht is (JoBoHa is goed) en wie er gelijk heeft (JoBoHa in 100% van de gevallen). Dat debatteert lekker weg natuurlijk: de mannen interrumperen en interpelleren met kinderlijk plezier en ieder afgevangen vliegje komt als jachttrofee in de fractiekamer te hangen.
Onderschat ze niet: ze hebben de sluwheid, vasthoudendheid en bloeddorst van uitgehongerde hyena’s. En de afgelopen maanden roken ze hun prooi. Van Haga beet zich grimmig vast in het soms groezelige zakenverleden van wethouder Cassee; die had een veroordeling wegens financiële wanpraktijken verzwegen bij de benoemingsprocedure. Onbezoedeld kon je zijn blazoen niet noemen, daar was men het raadbreed over eens. Dat nam niet weg dat hij zich al vier jaar het schompes had gewerkt voor de stad en goed lag bij ambtenaren en collega’s – óók wat waard, niet?
Hoe zou u oordelen in zo’n geval? Hoe zou Salomon oordelen? Maar Salomon en u zitten niet in de raad. JoBoHa zit in de raad, met 36 anderen. Wat volgde was ontluisterend. Een collectief falen. De wethouder overleefde direct na het zomerreces een motie van wantrouwen, helaas zonder dat daaraan een principiële discussie voorafging. Insinuaties en aantijgingen werden niet dan wel halfslachtig weerlegd en konden dus blijven rondzingen. Toen JoBoHa gewiekst een nieuw relletje ensceneerde rond de wethouder, werd diens positie onhoudbaar.
Overgaan tot de orde van de dag dan maar? Bij D66, trotse winnaar van de verkiezingen en de partij die Cassees opvolger moest leveren, vochten ze elkaar de tent uit. Daar geen JoBoHa, maar Zet (Louise de Onverzettelijke, inmiddels uit de partij geknikkerd), SpijNePip (opstappers), Io (een latere opstapper), MoGroCan (instappers) en DekLeiLeeuw (plucheplakkers). Genoeg politieke zelfdestructie voor een DVD-box van vijf seizoenen!
Terug naar dat symbolische been. Zou Bernt Schneiders die geamputeerde etalagepop bewaard hebben, vraag ik me af? Dat tweede been kan namelijk nog goed van pas komen. Ditmaal niet in een roze kous, maar gewikkeld in zwachtels en bloederig verband. Laat de burgemeester het voortaan naast de voorzittershamer leggen en ermee zwaaien zodra intriges en gekissebis te luid klinken: “Dames en heren, de gemeentepolitiek is belangrijker dan ooit. De decentralisatie van de zorg moet vorm krijgen. Dáár moeten we ons voor inzetten, voor mensen met gammele benen zoals dit, die thuishulp nodig hebben. Het woord is aan…”