(Tandenklapperend, voor een handjevol mensen) voorgelezen op 22 december op het Serious Request-podium op de Nieuwe Groenmarkt
Het waren onzekere dagen in de aanloop naar dit optreden. Hoe bereik ik in die waanzinnige drukte het goede overloopplein, vroeg ik mij af.
Kan het publiek wel naar het overloopplein van zijn keuze, of zijn ze daar tegen wil en dank heen gedirigeerd door crowd managers, barse ordehandhavers en marechaussee met stroomstootwapens? Staan ze op míjn overloopplein misschien massaal te smachten naar een ander overloopplein (waar hun verloofde staat), of naar een tête à tête met Domien op de Grote Markt (een tête à tête met thermopane ertussen, maar niettemin…).
Gek, tot voor kort wist ik niet eens wat een overloopplein was. Wat een DJ was wist ik wel, maar het drong pas erg laat tot me door dat er honderdduizenden mensen op af komen als je die types uithongert en uit hun slaap houdt door ze bij nacht en ontij cheques aan te bieden zo groot als matrassen en in hun ogen te flitsen om de felbegeerde selfies te scoren. Als de CIA het deed zou het mishandeling heten.
Langzaam, héél langzaam daagde het bij mij dat dit evenement grootser zou worden dan de huldiging van Yvonne van Gennip na haar drie gouden medailles in 1988, in Haarlem nog altijd de maat der massaliteit. En als apotheose kwam er op 24 december een ‘eindfeest’… EINDfeest? Het klonk als Götterdämmerung, alsof het nooit meer Kerst zou worden hier in de stad.
Ik wilde een actiegroep oprichten. De naam had ik direct, Hands off our Town; de poster zag ik zo voor me: de skyline van onze stad met een door de decibellen afgeknapte Bavotoren en een door de mensenmenigte ingedeukte Koepelgevangenis. Giel Beelen vloog erboven in een roze Supermanpak.
Het werd er niet beter op toen ik om twee uur ‘s nachts de TV aanzette voor de sfeerbeelden. Honderden jongeren verdrongen zich bij de DJ-etalage. Getver, wat zag iedereen er kwiek, energiek en idealistisch uit! Beeldschone, blije mensen met een hart van 24-karaats goud. Ik voelde me een cynische zuurpruim en azijnpissende egoïst. De enige in Haarlem, voor zover ik kon nagaan.
Want Serious Request was alomtegenwoordig. In het station kreeg ik een appelflap aangeboden door drie hummeltjes. Ze hadden niet op een paar goudreinetten gekeken. Zelf gebakken, samen met mama. Op mijn werk was een ReKerst Quiz (opbrengst €400). Een vrouwelijke collega trok een guitig elandspakje aan en wilde met zoveel mogelijk verschillende mensen op de foto. Opbrengst €195, voor Serious Request. Een vriendin componeerde een lied. Buurvrouwen sloofden zich uit bij gesponsorde koormanifestaties, ballet-estafettes, borduur-battles, rolstoelpolonaises, Ganzenbord-vierdaagses en Aziatische roerbak-orgieën.
Het was te veel van het goede: ik kreeg last van overlooppleinvrees. Wat voor liefdadige opdringerigheid en ongein hing me boven het hoofd als ik me in het epicentrum van de actie waagde? Een tattootje voor een joetje? Een Zoen met een Oen voor Poen ? De Acne Patiëntenvereniging die voor ieder uitgedrukt jeugdpuistje vijf euro doneerde? Emmers Glühwein zou ik moeten slobberen voor het goede doel en bij elke afgeslagen curryworst zouden ze me aankijken alsof ik ook zo’n verachtelijke geweldpleger in een oorlogsgebied was. Ja, het kan raar gaan in zo’n hoofd…
Gisteren (na de Dichtersmarathon in de Lichtfabriek) verkende ik toch maar even dit podium. Serious Noise! Maar gelukkig, tussen de duizenden hier en op de Grote Markt stonden ook gewone, niet mediagenieke mensen, waar geen TV-regisseur iets mee kon. Kleumend, pegels aan de neus, afgepeigerd. Daar kikkerde ik van op en ik kreeg weer oog voor al die kleine, sympathieke initiatieven her en der. In de Kokstraat brandde vuur in twee stalen vaten en er waren draden gespannen met plingelende pannen en keukengerei: Serious Soep, voor €2,50 de kop.
Biologische tomatensoep, het recept versierd bij een topkok, als ik het goed begreep en dagelijks vers gemaakt. De opbrengst ging naar Giel en co. maar het deed ook wonderen voor de saamhorigheid in de straat, vertelde de vrouw met de pollepel. En oh ja, voor vijf euro kon je zo’n pan kopen.
Al soep lepelend in dat rustige straatje stierf de echo van de herrie en de hijgerigheid weg uit mijn oren. Hier was Haarlem weer behapbaar en kneuterig, zoals het hoort. Ik raakte verzoend met de wereld en met mezelf. ‘s Avonds hoorde ik de nieuwe tussenstand: €3.218.294 voor het Rode Kruis. En ik dacht tevreden: zo, mensen, dat doen wij toch maar even, met z’n allen! Goed van ons!