Bestaat het dat je als doorgewinterde Bavocentrist nog schrikt van de treurige aanblik van de Brinkmannpassage?
Het lijkt een ‘is de Paus katholiek?’ / ‘do bears shit in the woods?’-vraag, maar ik moet bekennen…
Nog even doorbekennend, ik heb de laatste en voorlaatste juridische en financiële ontwikkelingen aan mij voorbij laten gaan (hoe veel gal wil een mens spuwen over deze weerzinwekkende wrat op het aangezicht van de stad? Met A-Locatie (2009) en Lelijke Tweede (2012) heb ik mijn aandeel wel geleverd).
NIETTEMIN…
Muggenmeester Schneiders, mag er een gordijntje voor? Een foto van de bloemenmeisjes. Kan iemand iets borduren misschien? Is het geen fijne klus voor Eric J. Coolen of Ab (zonder J.) Esenbrink? Heeft Ann Demeester in het magazijn van het Frans Hals niet nog een drieluik van een Verguisde Oude Meester waarmee we die Passage kunnen afplakken? Kan er tijdelijk een ordentelijke coffeeshop in? Een zeeaquarium? Drie voluptueuze raamprostituees? De dunste FEBO ter wereld?
Ik probeerde door een van de ramen naar binnen te gluren en een foto te maken. Lou Loenen / Lauw Loene, maar wel een aardige bijvangst, vanuit Haarlempromotioneel oogpunt:
Binnen was het stoffig, leeg en schimmig – mijn blik reikte niet tot in de diepte van het souterrain.
Nu ik het toch over een mysterieuze onderwereld heb: gisteren las ik, uit het Bosnisch vertaald, Seven Terrors van Selvedin Avdić – een intrigerend, raadselachtig boekje, waarin de scheidslijnen tussen het onderaardse (de kolenmijnen), het aardse en het buitenaardse allesbehalve klaar zijn. De hoofdpersoon verlaat na negen eenzame maanden zijn bed en zijn vervuilde flat wanneer een vriendin een beroep op hem doet om haar sinds de oorlog verdwenen vader op te sporen. Sommige passages (nee, besmet woord) scènes doen denken aan de geesteswereld van Bruno Schulz, maar even later zou het zomaar een boek van Raymond Chandler kunnen zijn, of Richard Brautigan. Je wordt behendig verleid door de grappige stijl en de absurditeiten en onweerstaanbaar meegevoerd naar gruwelijke conclusies, waar je (net als de bewoners van het stadje) liever niet aan herinnerd wordt. Ik zou het zo nogmaals willen lezen, want het boek heeft nog lang niet al zijn geheimen aan me prijsgegeven. Vechten de Nederlandse uitgeverijen al om de vertaalrechten?