Mijn schoonmoeder belde (suspense!). We moesten direct NPO3 aan zetten. Ik salueerde en ontdekte Mindf*ck. De ster van het programma is illusionist Victor Mids, die zonnebrillen wegtovert die ogenschijnlijk stevig op de neus van zijn argeloze slachtoffers staan; of de schoppenaas verdonkeremaant waarop ze hun blik gefixeerd houden.
Naar eigen zeggen maakt Mids zoals alle goochelaars gebruik van de eigenaardigheden en beperkingen van de menselijke perceptie. Zo moest een meisje tellen hoe vaak een bal werd overgegooid op een basketbalveldje. Dat deed ze in opperste concentratie, alleen ontging het haar (en de kijker ook) dat een als gorilla verklede man op zijn gemakkie tussen de sporters door banjerde. Dat is een klassieker (zie Youtube). Ook legde hij een popzanger in de luren, ene Spike van Di-Rect. Die stelde zich voor hoe hij een nog onbekend, pas door hemzelf gecomponeerd liedje speelde. Geluidloos, zonder gitaar. Waarop Victor Mids het presteerde om een verdienstelijke coverversie ten beste te geven! De arme Spike dacht dat hij krankzinnig werd!
Verbluffend was ook de truc in de supermarkt: een jongeman kreeg een mandje met de opdracht dat te vullen met willekeurige artikelen. Na zijn rondje langs de schappen werd hij opgewacht door Victor Mids, met diens eigen mandje. “Heb jij ook een prei?” Ja, ze hadden allebei een prei. En allebei een rode afwasborstel. En Roosvicee Aardbei. Enzovoort. Triomfantelijk lichtte de mindfucker een tipje van de sluier op: op listig gekozen plekken had hij prikkels aangebracht om een bepaald product te kiezen en die werden door de shopper op subliminaal niveau opgepikt. Was het echt zó simpel? Zijn wij zo simpel?
Je wilt natuurlijk graag denken dat jij er niet blind in zou tuinen, maar ik maak me weinig … uh… illusies. Een jaar geleden was ik met mijn vrouw in een supermarkt in Glasgow. Waitrose, heette de keten. In mijn Deka of Hema weet ik doorgaans niet hoe snel ik het pand moet ontvluchten, maar daar doolden we rond als was het Elswout op een fraaie lentemorgen. Alles even perfect: ruime gangpaden, sfeervolle inrichting, lome achtergrondmuziek, aangename aroma’s, interessant ogende klanten. Nergens obstakels of frictie. De uitstalling was uiterst verleidelijk – alsof iemand precies had uitgezocht waar ik van hield. Als gehypnotiseerd vulden we ons mandje. Pas bij de kassa beseften we dat professionele breinfoppers ons in zombies hadden veranderd. Was dit de winkel van de toekomst?
Breinfoppers, waar zijn ze níet? Adverteerders, politici, priesters, leraren, journalisten, Facebook, ouders, kunstenaars en programmamakers? De avond na de aanslag op Charlie Hebdo schuifelde ik tegen mijn gewoonte mee in een protestmars. ‘Satire is de zuurstof van de democratie’, sprak burgemeester Schneiders op de Grote Markt en de aanwezigen knikten instemmend. Iedereen verlangde naar geruststelling, troost en saamhorigheid, je hoefde geen groot psycholoog te zijn om dat aan te voelen. Duizend verwarde, geschokte mensen. En ook de dagen daarna zouden al die ontgoochelden (dit is meer dan een woordspeling) net als ik op zoek gaan naar duiding.
Ze zouden zoeken op de vertrouwde adressen: bij Jinek op de bank, bij Matthijs aan tafel, bij Grunberg op de voorpagina, bij Bas Heijne, Marc Chavannes, Nausicaa Marbe, op Twitter, bij opiniemakers, cabaretiers, Islamkenners en terreurexperts. Barsten en sterren in onze illusies moeten gerepareerd, met spoed. Zo goed en zo kwaad als het gaat. Zodat we verder kunnen. Omdat we verder moeten. En ook na de gruweldaden in Parijs zal dat na verloop van tijd lukken. Zoals het altijd is gelukt, met dank aan onze fopbare breinen. En net als voorheen zullen we onze boodschappen doen of naar een balspelletje kijken, ongehinderd door de overstekende gorilla’s. Gelukkig maar.
Verschenen in Straatjournaal februari 2015