Donderdag fietste ik na een lange werkdag over de Hagelingerweg, hongerig genoeg om een noodstop te maken toen ik een snackbar zag.
Het was zes uur = etenstijd, en de Santpoorters wisten de weg naar hun lokale voedselvoorzieners goed te vinden. Ik bestelde mijn patatje mayo en had vervolgens alle tijd om de niet aflatende bedrijvigheid gade te slaan.
“Vier frikandellen, twee loempia’s en zes patat pinda.” “Dat was ‘m?… Komt goed, Jeroen!”
“Doe mij maar drie kipsaté, drie kipknotsen en drie frites. Oh ja, en een nasischijf. Nee, doe eigenlijk óók maar drie.” “Dat was het, Hans?” “Ja… nou, wacht, doe ook voor iedereen nog maar een kroket.” “Gaan we doen.”
Sommige klanten kregen hun vermoedelijke bestelling al van verre toegeroepen: “Ha Ron – kipschnitzel, twee patat en twee smulrollen?” Ron hoefde alleen nog maar instemmend te knikken.
Je bent in winkels en horeca zo gewend geraakt aan onvolgroeid, ongeschoold, onderbetaald personeel dat ik er van opkeek dat deze zaak werd gerund door drie stevige middelbare mannen. Ze deden hun werk stuk voor stuk met meer motivatie en transpiratie dan de gemiddelde profvoetballer. Op hun voetenwerk in de kleine ruimte viel niets aan te merken en de vaste patronen waren er goed ingeslepen. Behendig ontweken ze elkaar zonder dat er klodders huzarensla of bamiballen op de tegelvloer eindigden, wat des te opmerkelijker was doordat een van hen de omvang had van twee kleine mensen. Ik zat eerste rij bij een eindeloos gerepeteerde cholesterolchoreografie met improvisaties! Frituurballet!
Zal ik nog een berenhap nemen, dacht ik toen mijn patat op was. De ergste honger was gestild, daar niet van, maar het was gewoon fijn om daar te zitten.
Het klopt helemaal wat je schrijft, een ongekende efficiency gekoppeld aan een goed humeur is het motto.
Hooguit de term middelbare leeftijd, want de heren hebben van ons les gekregen. In welke categorie zou jij ons dan indelen?
Ha, Guus! Tijd voor een Koppes-fanclub? En ach… hoe je ‘m ook noemt, je leeftijd wordt toch niet lager.