Ga naar de inhoud

Weerwoord

In Landmarks (2015) heeft Robert Macfarlane tussen alle hoofdstukken glossaria opgenomen met Britse woorden die te maken hebben met onze natuurbeleving. Denk aan de 27, 72 of 270 woorden die de Eskimo’s voor sneeuw zouden hebben – de veronderstelling is dat het bestaan van zulke woorden de waarneming van latere generaties scherpt.

Veel van Macfarlanes van de vergetelheid geredde woorden komen uit afgelegen streken, waar de natuur niet voornamelijk beleefd wordt van achter dubbel glas. Gisteravond, toen de storm verontrustend tekeer ging, keek ik even in het desbetreffende lijstje.

Op Shetland hebben ze flam voor plotselinge windvlaag; in East Anglia gebruiken ze daarvoor gussock; de Schotten hebben gurl (zn) voor een huilende uithaal van de wind; whiffle duidt wind aan die op onvoorspelbare momenten aanwakkert; de Ieren kennen hefty weather voor onstuimig weer, dat is (gokje) het Nederlandse ‘heftig’. Mijn favoriet, afkomstig uit Staffordshire, is het werkwoord to boff: zo hard waaien dat de rook van de haard via de schoorsteen terug de kamer in wordt geblazen.

Ook mooi, uit het Schots: a flinchin = een kortstondige opklaring, die ten onrechte de verwachting van beter weer wekt ( ‘a deceitful promise of better weather’). Daar zou ik graag een Nederlands equivalent voor hebben. Blauwfraude?

Maar (zoals altijd, beste RaDa-manen) ik geef ‘m graag voor een betere!

P.S. Meer over (Schotse) storm: The Bampot

5 reacties op “Weerwoord”

  1. Ik ken de naar mijn idee algemeen bekende ‘blauwe broek’.
    De halve Kelt Toonder is een kei in het omschrijven van dunne,
    vlagerige, vlijmende en venijnige windjes. Toeval?

  2. Marius (RaDa-reda)

    @Thijs: ‘Fopklaring’ ouden we erin!
    @schulp: Het is tegenwoordig het hele jaar lijstjestijd; de beste wind-, regen- en sneeuwschrijvers voorziet vast in een behoefte

  3. De hemelvaartstorm van 12 mei 1983 werd veroorzaakt door een “kanaalrat” Een minidepressie die aan de aandacht van de Meteorologen was ontsnapt. Ik stel voor om ieder meteorologisch verschijnsel dat aan de aandacht probeert te ontsnappen met rat te vervoegen. Zo’n stukje blauwe foplucht wordt dan een blauwerat.

  4. Ik ken voor die storm (was dat in ’83? Time flies) de term ‘kanaalsluiper”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *