De huisdichteres glipte zonder mij de Groene Winkel in voor onbespoten citroenen en loodvrije worteltjes; ik had vrijstelling gekregen – er zijn van die dagen dat ik de mueslimoeders en granola grannies daar slecht verdraag. Dankbaar plofte ik neer op de bank voor het pand.
En keek om me heen. Een struik.
.
.
En de blaadjes / peulen werden fraai uitgelicht.
..
.
Dat zie je toch maar weer dan. Judaspenning, wist de huisdichteres, alleen moeten de zilverlingen nog verzilverd (= uitgedroogd). En wat schreef ik nou net? PEUL? Hé, zullen we dat voortaan een hauwtje noemen?
En op een geparkeerd bedrijfsbusje las ik deze reclameleuze. Niet voor het eerst (hij is in GB tamelijk bekend), maar op zo’n bank vraag je je ineens af hoe je dat nou in het Nederlands zou weergeven.
..
Ik kwam er niet uit, moet ik bekennen. Maar mocht iemand (erkende vakman of taalklusser) dit vertaalkarweitje kunnen klaren, dan houdt de RaDa-reda zich van harte aanbevolen.
(Terwijl ik stoeide met doe-het-zelf-idioom, kwamen er wel dierbare kneiherinneringen boven.)
Wij fiksen wat manlief gerepareerd heeft
@schulp: Gegroet, Gij Grote Omdenker!