Ach wat… Haarlem kan wachten / Norfolk rules!
Verreweg de onaantrekkelijkste wandeling die we maakten in de vakantie was een (op de kaart veelbelovende) tocht bij King’s Lynn, langs de oevers van de rivieren de Nar en de Ouse [spreek uit ‘oez’]. Maar pfff, het was te heet en te eentonig. Delen van het pad zagen er weinig betreden uit. Zouden wij de eerste Nederlanders zijn die onder die groezelige brug liepen en …
.
.
gniffelden? Ja, kinderachtig, hè? Gniffelen, maar tegelijk vroeg ik me af hoeveel Nederlanders je over dat pad moest jagen voordat je er een (EEN) vond die niet tenminste even …gnnn.. gnnn… kinderachtig gniffelde. Engelsen liepen ijzerenheinig door natuurlijk, of ze dachten, goh goh, gut, gut, daar heb je die vieze kliederspuiters van North East United Kingdom weer, geef ze een taakstraf. Nee, wij Nederlanders boften maar weer, want…
.
.
er was nog zo’n wand (Zweden, Zwitsers en Duitsers onderdrukten de impuls om met reinigingsproducten aan de slag te gaan) en bij ons was het jachtinstinct gewekt. Zouden er nog meer NEUKs op ons pad komen? Jawel, nog een paar, maar die zal ik jullie besparen. En vlak na die tunneltjes werd de geest gelukkig weer ontprikkeld dankzij de agrarische monocultuur.
.
.
Antineukbietjes (gniffel, gniffel). Eentonig, ja, maar dat had ik al gezegd (al vind ik de foto wel weer mooi).