Uit Straatjournaal, de augustuscolumn.
Het voelde als een afscheidsbommetje. Bij de zwemmanifestatie Haarlem Swim to Fight Cancer op 3 juli (opbrengst €125.000!) deed ook burgemeester Bernt Schneiders mee. Op blote voeten, gehuld in wetsuit, gaf hij zonder bombarie een interviewtje op de Spaarnekade, zette een groene badmuts op en voor ik er erg in had, lanceerde hij zichzelf. Met een luide plons, zoals het een bommetje betaamt.
Pas later, op een foto, zag ik dat de uitvoering technisch volmaakt was: loodrecht waterwaarts, de armen losjes om de knieën gevouwen. Een yoga-oefening in de lucht, alles in balans. Hoeveel burgemeesters kunnen daar aan tippen, vroeg ik mij af. Aboutaleb? Eberhard van der Laan? Jozias van Aartsen? De gezagsdrager te water is haast per definitie komisch – spartelend, naar adem happend. En van sommigen vrees je dat ze bij gebrek aan soortelijk gewicht het wateroppervlak niet eens bereiken…
.
.
Nee, dan Bernt Schneiders! Mijn vrouw en ik hebben een koosnaampje voor hem: de Muggenmeester. Dat hij na tien jaar bavocentrisme (doe geen moeite, staat niet in het woordenboek) toe is aan een andere werkomgeving verwijt niemand hem, maar de naam van de website waar Haarlemmers suggesties konden aandragen voor zijn opvolger zegt veel: de Nieuwe Bernt. Eigenlijk wilde iedereen de Oude Bernt gewoon houden. Kom daar eens om in een tijd waarin het een volkssport is om hoogwaardigheidsbekleders te besmeuren, bij de knieën af te zagen en af te fikken (in die volgorde).
Doe in de verjaardagskring na de moorkoppen en roomsoezen een rondje vrije associatie bij het woord ‘bestuurder’ en de volgende antwoorden laten zich noteren: wereldvreemd, afstandelijk, kil; ivoren torenbewoners, arrogante zakkenvullers, cynische carrièrejagers, clichérukkers. “Het is gewetenloos gajes, die hele doorgefokte, beroepsgedeformeerde regentenkliek, drie eeuwen bestuursinteelt onder de valse vlag van de democratie, van PvdA tot VVD, vriendjespolitiek en nepotisme…”
Dat was mijn oom Theo, vrij associërend, maar ik ben zo vrij hem af te kappen. Want als er één bestuurder zichtbaar en benaderbaar is, voor vriend en vijand, is het wel Bernt Schneiders. Poeha en dikdoenerij zijn hem vreemd.
Een paar jaar geleden, op een plofhete Bevrijdingsdag, zag ik vanaf een terras op de Nieuwe Groenmarkt hoe hij loom kwam aanfietsen. Op een ondermaats fietsje, lui telefonerend. Aan het stuur een fluttige, lege boodschappentas. Wat ging hij langzaam, onwaarschijnlijk la.. la.. ng.. za.. aaaam. De wetten der fysica werden getart, gewone stervelingen zouden allang zijn omgetuimeld. Hij koerste linksaf, richting Stadhuis – een flauwe bocht, waar de burgervader een eeuwigheid over leek te doen. IJsblokjes smolten, bloemen verdorden in hun vaasje. Schneiders (ik kreeg alle tijd hem te observeren) droeg geruite shorts en teenslippers. En héél véél verantwoordelijkheid. Bedenk dat hij veiligheid en openbare orde in zijn portefeuille heeft en dat er zich op dat moment een slordige 100.000 festivalgangers in de stad bevonden. Kans op rellen en rampen? Zijn stijl verkrampt er niet door, dacht ik goedkeurend.
Het was zeker niet alleen maar freewheelen de afgelopen tien jaar. Er waren ook bumpy rides. Chris van Velzen overleed; andere wethouders moesten het veld ruimen; de sfeer in de gemeenteraad leed onder kinnesinne en infantiliteit; zijn auto werd ’s nachts bij een intimidatiepoging in brand gestoken. Maar zulke tegenslagen en tegenvallers tastten zijn betrokkenheid, jongensachtigheid en menselijkheid niet aan. Dat mag bijzonder heten.
Zijn opvolger is Jos Wienen, nu nog burgemeester van Katwijk. Geschiedenis en theologie gestudeerd. Van protestants-christelijke huize. Stijf gestropdast en streng in het pak. Het lijkt me sterk dat ik die ooit in zwempak zie. Op een zwart herenrijwiel misschien wel, maar dan zonder teenslippers. En verder? We zullen het zien.