Kan je ernst meten, zoals het stikstofgehalte in de lucht of de ijzerwaarde in bloed? Afgaand op mijn eigen sector, het onderwijs, is de wereld er een stuk serieuzer op geworden de laatste twintig jaar.
Gisteren was ik bij een voorlichtingsavond voor ouders; er zaten er zo’n honderd. Het was stil, ze luisterden allemaal goed. ERNSTIG. Een onwetende buitenstaander die per abuis de zaal binnenliep, had kunnen denken dat hij een herdenkingsceremonie voor een recente ramp verstoorde. Later hield ik zelf een huppelig praatje voor een kleinere groep, voor de vuist weg. Als standup mentor. Zelf had ik er wel schik in, maar halverwege bekroop mij een ongemakkelijk gevoel. Was het niet te frivool, te lichtvoetig? Voor deze eeuw? Onderschatte ik niet de zware verantwoordelijkheden die deze mensen al een leven lang torsten? Leed ik aan een chronisch ernsttekort?
Vanochtend, op mijn vrije dag, ervoer ik van de weeromstuit een zorgeloze lichtheid toen ik naar de stad liep. De wereld was goed zoals hij was. Ik kocht eerst de nieuwe Booker Prize-winnaar en installeerde me behaaglijk in een fauteuil bij MarrakeZ. Het was nog niet druk, dus het verbaasde me dat een ietwat zorgelijk kijkende, jonge vrouw onnodig dichtbij plaatsnam aan een klein tafeltje. Jonge vrouw? Het bleek een studente of scholiere – even later schoof een vroeg oude, middelbare man in spijkerbroek aan, die op professionele toon haar teleurstellende leerprestaties met haar begon door te nemen. Ik schatte dat hij in zijn organizer 20 minuten (= een kopje koffie) voor het gesprek had gereserveerd. Uitvluchten kapte hij consequent af en als zij haar falen overtuigend afschoof op de leraren zegde hij geroutineerd toe navraag te doen.
[Buiten gebeurde van alles. Een vrachtwagen van Yepp (make every day a Yeppy day) manoeuvreerde log en blokkeerde een vrachtwagen van de firma Strosnijder en een Connexxion-bus. Bestuurders van ligfietsen en brommobiels zochten driftig een doorgang.] Haar 4,7 voor Duits kwam door een blackout en het was ook niet duidelijk geweest wat de stof precies was en … [Een bejaarde vrouw met een boodschappentas aan haar stuur crashte en kwam lelijk terecht. Maar liefst vijf voorbijgangers ontfermen zich over haar.] Bij een Spaans boek dat ze lazen, moesten ze een poster maken. ‘Voor een cijfer?’ vroeg de coördinator of jaarlaagleider of wat-hij-ook-was zo neutraal mogelijk. [Er kwam een man langs die als twee snorren op Borat leek.]
En zo hielden ze elkaar in een verwrongen houdgreep, aan dat te kleine tafeltje. En nee, ze zou net niet gaan huilen, stelde ik vast. Toen het gesprek zijn natuurlijke einde naderde en hij ieder moment zijn gebruikelijke opbeurende teksten in zou zetten, wilde ik zeggen: ‘Vraag haar nog even of ze leren eigenlijk wel echt leuk vindt. En waar dat Spaanse boek over gaat. En of ze Borat heeft gezien. En zeg dat ze het goede midden moet vinden tussen ernst en luchtigheid.’ Maar het was mijn vrije dag en bovendien vermoedde ik dat ze het geen van beiden begrepen zouden hebben.
En zo ziet de lampenkap eruit bij MarakeZ (wat een joekel, diameter 4 meter?)
.
.
Het pad der post-millennial is doornig. We beloven ze de hemel in glossy folders op dito open dagen. En het moet en het zal (god-hier-en-daar-en-ginder) lukken en geen laffe smoezen. Het wrange lot van ambitieuze middelmaat heeft al lang mijn aandacht. Bid voor hen.
Ik weet niet hoe oud je bent, Schulp, maar zelf heb ik ook gedachten als de jouwe, als het over het lot van de hedendaagse jeugd gaat. Zelf ben ik over 30 jaar hoogstwaarschijnlijk dood, dus mijn tijd zal het nog wel duren. Desondanks: ik benijd ze niet, de jeugd van tegenwoordig. Wat een allejezus ingewikkeld leven leiden ze. Niemand die tegen ze durft te zeggen dat er niet voor iedereen plaats is aan de top. Of ze op de hoogte brengt van de kans dat ze het uiteindelijk met minder luxe en decadentie moeten stellen dan die waar zij, en hun ouders, nu nog van genieten. De rek is er een beetje uit. Het wordt niet meer beter voor de volgende generatie.
Nou ja; de grote bedrijven in Nederland hebben besloten dat we nu toch maar ‘s serieus werk moeten gaan maken van die energietransitie, waar de wereld al zo lang over spreekt. Omdat ze met de technologie die daarvoor nodig is, en de export daarvan, alsnog een periode van pakweg dertig jaar economische voorspoed (lees: vette winst) hopen te bereiken, denk ik.
Dus misschien blijkt het achteraf nog mee te vallen. Ik hoop het maar voor de schatten.