Gisteren werd in Haarlem een winterharde fietser gesignaleerd die in korte broek en met ontbloot bovenlijf door de vrieskou reed (en bovendien keurig op groen wachtte bij het stoplicht).
Persoonlijk verkies ik onder deze omstandigheden de bescherming van wollen muts, das, windjack en gecapitonneerd jack. Niet verzuimen het zadel te ontrijpen en daarna kan fietsen bij vorst een feest zijn.
.
.
Zo ook gisteren. Ik kwam langzaam op gang – de versnellings-iets was bevroren en hij deed het alleen in zijn drie – maar de lucht was goed en mijn benen ook. De fietspaden langs een groot deel van mijn ochtendroute zijn onlangs vernieuwd en als een door liefdevolle hobbyisten met aandacht geolied stoomlocomotiefje stoempte ik in recordtijd naar Velsen. Ik had zo door willen stayeren naar Heerhugowaard of Anna Paulowna. Alles in de drie!
De terugreis was een ander verhaal. Er was iets half ontdooid of verder bevroren in de versnelling en bij iedere pedaalslag kraakte en kreunde het alsof saboteurs van de anti-fietslobby gruis en wattenplukken hadden aangebracht tussen de schakels van mijn ketting. Schakelen hielp niet. Toen het pedaal ook nog eens door begon te schieten, maakte ik een noodstop bij Visser Tweewielers [sedert 1932] in de Hoofdstraat te Santpoort-Noord.
Wilde ik het euvel echt verholpen hebben, moest ik de fiets achterlaten. Maar hij kon wel even… dan zou ik in ieder geval verder kunnen. Alleen in de drie weliswaar. Alleen in de drie? Daar hoefde ik niet lang over na te denken.
Zelf afdoende onderhoud plegen! Nota Bene! Doe niet zo achterlijk! En afhankelijk! En je maakt ook noch een schreiffout. Wat iedereen weet, het is niet Versnellings maar: versnelling zonder S! Dat type met die korte broek zal ook wel de nodige fouten gemaakt hebben in zijn leven, anders had ie wel een lange broek gehad. Zo.
@Erik: De vinger op de zere plekken, waarvoor dank! Alleen dat ‘zo’ begrijp ik niet helemaal.
“Zie zo “( …. Dat heb ik ff netjes gezegd.)