In de RaDa-categorie Van A naar B (omzwervingen en trektochten) gaat het vaak over onze achtertuin, de Kennemerduinen. Ook gisteren waren we er weer, in gezelschap van Sylvia’s 19-jarige nicht, ex-paardenmeisje, nu studente.
“Met een beetje geluk…” zei ik tegen haar. En ik had het nog niet gezegd of… Er stonden er drie te grazen. Het bleek de voorhoede van een langgerekte kudde, die langzaam naderde via het fietspad. De konikspaarden lieten zich niets aan ons gelegen liggen. Een enkeling bleef vlak bij ons staan, maar niet om te schooien of zich te laten aaien. Deze paarden hoefden zich op geen enkele manier te bewijzen en hadden ons niet nodig.
.
.
Het was ze niet aan te zien dat ze de hele winter buiten hadden doorgebracht; ze zagen eruit of ze dagelijks werden vertroeteld en geroskamd. En er ging een wonderbaarlijke kalmte van ze uit.
.
.
Ik vertelde van de vreemde hanger on die de paarden hadden: een zwarte pony, die hun gezelschap verkoos boven dat van zijn soortgenoten. Ik had het koud gezegd of… (nee, oom Marius vertelt niet zomaar wat!)
.
.
Ook in puike conditie, aan de glanzende vacht te zien. Bij de strandafgang sloegen we af naar Zandvoort. We zagen hypere strandpluviertjes langs de vloedlijn, die afgebiesd was met/ontsierd werd door schuimvlokken.
.
.
Het was best aangenaam, maar bij Bloemendaal gingen we weer naar boven. Het Kraansvlak is nog maar tot 1 maart open. En wie weet… Maar dat lezen jullie in Grote Duinbeesten 2.