Na een week vakantie ging ik weer aan het werk. Zonder weerzin, maar uit ervaring weet ik dat de eerste paar dagen extra zwaar zijn. Je kunt je niet wapenen tegen de overgang van een kalm, ontprikkeld huiselijk bestaan naar een omgeving waar je geacht wordt voortdurend voor iedereen aanspreekbaar en beschikbaar te zijn.
Woensdag denderde alles zonder pardon achter elkaar door – een fietstocht door de regen, zes lesuren, een afspraak, een overleg, een vergadering en een fietstocht met wind tegen. Het liep tegen half zes. Ik wist dat ik zelf moest koken (de hd was elders). Bij het Stuyvesantplein stapte ik af, bij een supermarkt waar ik zelden kom.
Binnen voelde ik hoe moe ik was. Suizebollend moe. Zo-moe-moet-je-niet-zijn-moe. Eerst gooide ik chipolatapudding in mijn mandje als eerste hulp bij oververmoeidheid. Die maaltijd werd eengangs en eenpans, besloot ik. Blikje maïs, blikje zwarte bonen (spek, uien, rode peper, zure room hadden we thuis nog), bleekselderie en… veel inspiratie had ik niet. Een zoete aardappel misschien…?
Die moest ik afwegen, zoveel benul bezat ik nog net. Inderdaad, op de weegschaal… Die knol lag daar gedwee en ik zocht de bijbehorende afbeelding / probeerde het systeem te doorgronden. Een kale man, tien jaar ouder dan ik, kwam naast me staan, met een struik prei. Mijn ogen (moe!) gleden langs het assortiment en weer terug en…
.
.
“Daar!” zei na een tijdje de preiman. Ik dankte hem en drukte op de aangeduide knop. Dacht na over de volgende te verrichten handeling. Meestal waren het er in totaal drie, meende ik me te herinneren. Het schoot niet echt op.
“Daar!” zei de man. Als hij ongeduldig werd, verborg hij het goed. Ik drukte op ‘BON’ en stond daar weer te staan, in afwachting van de bon. De bon die elk moment moest komen. Of al gekomen was?
“Daaronder!” zei de man. Ik zag geen bon. Hij pakte de bon (de hele winkel was vandaag mijn dode hoek) en reikte hem aan, nu toch enigszins meewarig, alsof hij het onverantwoord vond dat in deze maatschappij mensen als ik onbegeleid boodschappen moesten doen.
En misschien zat daar wat in. Gelukkig, na de chipolatapudding herstelden reactiesnelheid en IQ zich tot hun gebruikelijke waarden.
PS In de zijbalk kun je je abonneren op het RaDa – je krijgt dan een emailbericht zodra er een nieuw stukje is verschenen.
In ‘schaarste'(lees dat boek!) Wordt de relatie tussen honger en intelligentie onomstotelijk bewezen met een studie naar het IQ van de boeren een week voor, en een week na de oogst. Dat scheelde precies 10 punten.
Je had je dus een hoop ellende kunnen besparen door de chipoladepudding voor het afwegen op te eten. Blijft staan dat een beetje intelligente weegschaal zelf weet wat er op hem ligt.