Ga naar de inhoud

Lepelsnijder

A.L. Snijders was gisteren al de tweede deze week die me Jules Renard aanried. In de Dode Hoek van de Utrechtse Vorlesebühne (het vaste eerbetoon aan een overleden schrijver) las hij het stukje over de kat uit ‘Zo zijn onze dieren’.

In zijn preambule zei Snijders terloops dat zijn eigen manier van schrijven en die van Renard compleet verschillend waren. Dat de leek er vaak vanuit ging dat al die schrijflui als ze achter hun bureau zitten, hun stiel op een vergelijkbare manier beoefenen, zoals schoenlappers of meubelmakers, maar… Dat zei hij allemaal niet, mijn weergave is erg vrij. Maar zijn opmerking frappeerde me (ik heb er zelf hier natuurlijk ook een thuis – een schrijver, bedoel ik).

En deze week las ik Lepelsnijder van Marjolijn Hof, een kinderboekenschrijfster die ik een paar jaar geleden prees vanwege de beste slotzin die ik ken. Bij de presentatie van haar jongste boek toonde ze het schilderij Teich im Riesengebirge van Ludwig Richter (1803-1884). Het had haar ‘gegrepen’ bij een museumbezoek in Berlijn. En ze wist toen al dat dit een sleutelscène uit haar volgende boek moest worden – een avonturenverhaal. Wie waren de oude man en de jongen in dat beklemmende landschap?

.

16e0079a

.

Ik ben erg benieuwd hoe Lepelsnijder ontvangen zal worden. Ik behoor niet tot de doelgroep (10-14 jaar?), maar vond het prachtig. Psychologisch knap, geestig, spannend en geschreven in een ongehaaste, zeldzaam trefzekere stijl. Het is anders en met 300 pagina’s dikker dan voorgangers als Moeder nummer nul en De regel van drie– een verrassende ontwikkeling, die me doet uitzien naar Marjolijn Hofs volgende boek!

P.S. Het dierenboek van Renard staat hier in de kast (vertaling C. Buddingh). Over de zwaan schrijft hij: ‘Hij glijdt over de vijver, als een witte slede, van wolk naar wolk. Want hij hongert alleen naar de vlokkige wolken die hij ontluiken ziet, verglijden en wegsterven in het water. […] Hij richt zijn snavel erop en dompelt plots zijn besneeuwde hals onder. Dan, zoals een vrouwenarm uit een mouw glijdt, haalt hij hem weer op.’

Vandaag in de Schotersingel was het een ander verhaal.

.

zwanenprut

.

zwanen

.

De bruinige drab leek de zwanen niet te deren, want zestig meter verderop hadden ze in schoon water kunnen zwemmen. Een merkwaardige aanblik was het wel.

Paars P.S. : in de zijbalk kun je je abonneren op het RaDa – je krijgt dan een emailbericht zodra er een nieuw stukje is verschenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *