Geen tijd voor veel tekst vandaag, maar die ooievaars die ik op 26 februari als smoezelige vlekken vastlegde en een dag later iets scherper maar van grote afstand, had ik vanochtend van dichterbij in het vizier bij Santpoort-Noord. Nu ja, eentje dan. Zit de partner al te broeden?
.
.
Hij was niet gediend van mijn aandacht, keerde mij de rug toe en schreed hoogpotig weg.
.
.
En koos vervolgens het luchtruim. Mijn ultieme poging zijn vlucht vast te leggen, mislukte en lukte. Hij staat er half op, zonder kop – het resultaat is een soort aerodynamisch logo, of een Kandinski-ooievaar, met licht aangezette veren. Maar zo heeft het ook wel wat, niet?
.
.
Paars P.S. : in de zijbalk kun je je abonneren op het RaDa – je krijgt dan een emailbericht zodra er een nieuw stukje is verschenen.
Bedankt voor je prachtige verhaaltjes. Kijk er altijd weer naar uit!
Een prachtige vogelimpressie. Zonder kop, schreef je, maar het lijkt of de vogel naar je toe vliegt en dus mèt kop.
Zag ze bij de ruïne van Brederode, elk op een torenspits. Ik dacht nog: hoe kunnen ze daar ooit een nest op bouwen; er zijn geen karrenwielen te bekennen. Bovendien een darwinistisch raadsel: hoe hebben ze zich als soort kunnen handhaven vóór het wiel werd uitgevonden?
KUNST!!!!!