Alles wordt door elkaar geklutst dit weekend: Goede Vrijdag, volle maan, Paaszaterdag en Lammetjesdag.
De rook van Paasvuren, dorpsbraderieën, de eerste barbecues en uit de hand gelopen examenstunts vermengt zich; het Laatste Avondmaal is nog niet verteerd of de Paasbrunch wordt al geserveerd; rokjesdag overlapt met het begin van de vakantie. Kermissen, Easter-races, Matthäusen & Johannesen, van ongeduld ronkende files naar recreatieplassen, stranden en bollenvelden houden samen het geluidsvolume op peil, geholpen door het nationale gezoem en geknetter van OPWINDING.
Een paar weken geleden hadden we een vriendin te eten. Het gesprek kwam op een boek dat hier (half gelezen) rondslingerde: The Lonely City van Olivia Laing. Wat maakt eenzaamheid in een grote stad als New York anders? Ik (positivo) begon over ‘goede eenzaamheid’; de luxe om op een plek te zijn waar je niemand kent, idealiter niemand verstaat, en waar drukte en bedrijvigheid langs je afglijden. Het voorrecht van de buitenstaander.
Zij zei dat ze zich vooral eenzaam voelde op warme dagen, aan het begin van een door de media aangeblazen hittegolf, als ‘iedereen’ verbeten aan het genieten slaat. Buiten en liefst zichtbaar. Geregisseerde hysterie. Dit weekend denk ik aan haar.
.
.
Een onverwacht lichtbaken gisteravond boven de Korte Wijngaardstraat. Ah… de kermis
..Paars P.S. : in de zijbalk kun je je abonneren op het RaDa – je krijgt dan een emailbericht zodra er een nieuw stukje is verschenen.