Ga naar de inhoud

Karspelen

Lutjebroek. We zaten al klaar op perron 8 om naar Overveen te gaan, het startpunt van de voorgenomen duinwandeling, toen ik aan Lutjebroek moest denken. Niet door Trea Dobbs [Was jij maar in Lutjebroek gebleven / Met je hengel en je wurmen erbij], maar omdat mijn nicht en haar man daar wonen.

We waren er nog nooit geweest en… wat lette ons? Mijn zus app-te ons het adres toe en we zouden wel zien of ze thuis waren. In Lutjebroek is altijd wat te doen, redeneerde ik. We reisden door prachtige rietlanden en bollenvelden naar station Bovenkarspel-Grootebroek (Lutjebroek betekent ‘kleinere broek’ en ‘broek’ is moeras). We liepen op zijn pavohovahaas en teutleuterden bij een dorpsbewoner die Zimbabwaanse beelden in tuin had uitgestald. We volgden de Zesstedenweg, de drukste verkeersader van Bovenkarspel en – hoe werkt zoiets? – op een gegeven moment zei ik ‘we moeten wel opletten dat ze niet toevallig…’ en toevallig(?), op dat (gegeven) moment keek een langsfietsende jonge vrouw ons met bovengemiddelde nieuwsgierigheid aan.

Oom en tante! Zij waren op weg naar een feest, maar tijd voor een ijsje bij de snackbar was er zeker. We babbelden bij; veel wel en geen wee, gelukkig. Wij liepen vervolgens door naar Hoogkarspel (karspel, ook kerspel, kerspil, carspel of carspil = middelnederlands voor ‘parochie’). Het was mooi onderweg maar heet. We wilden met de trein naar Bovenkarspel Flora en daar in het haventje uitkijken over het IJsselmeer. Loom briesje, koel biertje, boek. Alleen liep het anders. Het was kermis en kermis in Noord-Holland… Niet dat we draaimolens en botsautootjes hebben gezien. We werden binnengelokt bij een matrozen- en zeebonkenfeest. Gehoornde Noormannen waren er ook en kortgerokte Noorvrouwen. En iedereen was door het dolle heen. Er werd gezongen, gedanst en gejoeld. Van drank gloeiende jongens en meisjes begroetten ons glunderend. Het was 3 uur ‘s middags. Schoorvoetend kochten we twee plastic muntjes. Voor 5 euro. Goed voor vier (4!) biertjes. We begonnen iets te begrijpen. Haalden nog twee muntjes. Hadden het meer dan goed. Vonden alles geweldig.

.

lutjefeest

.

Het was een dag van verrassingen. Zouden we een herberg zoeken en een nachtje doorkarspelen?

De Halve Maan bleek vol. Vol met feestgangers. In het Roode Hert zou het niet veel anders zijn, vermoedden we. Bij de buitentap namen we nog een biertje. De serveerster was ‘niet van hier’, zei ze. Die kwam uit Onderdijk.

Onderdijk.

Er begon iets te kriebelen. De zomer is lang en Onderdijk dichtbij, in een andere wereld.

.

Paars P.S. : in de zijbalk kun je je abonneren op het RaDa – je krijgt dan een emailbericht zodra er een nieuw stukje is verschenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *