Ga naar de inhoud

Oogcontactgestoordheid

Zelf ben ik denk ik wel van de blik van verstandhouding, de knipoog, het vriendelijke knikje en andere gratis manieren om de medemens even te laten weten dat hij een medemens is. Van mijn medemedemensen verwacht ik onbewust hetzelfde, maar (verbeeld ik het me?) steeds vaker kom ik bedrogen uit.

Drie gevalletjes oogcontactgestoordheid uit de voorbije twee dagen.

1. Op het strand bij Schoorl: een moeder ziet hoe haar peuter een plastic schepje hard tegen de wang / in het oog van een andere hummel gooit. Die zet het op een blèren. Mijn verwachting: ze gaat naar de hummel en kijkt hoe erg de kwetsuur is. In werkelijkheid begint ze aan een pedagogisch vertoog tegen haar eigen dochtertje, tilt het op en loopt weg van de locus delicti. Het andere kind loopt nog te huilen.

2. In de ontbijtzaal van ons hotel zitten aan een naburig tafeltje twee vrouwen van een jaar of veertig, een met de rug naar mij toe. Ze heeft een weelderige haardos (Andrélon zou haar zo kunnen inhuren als model), die ze na enige voorbereidende hand- en hoofdbewegingen met een joyeus gebaar achterwaarts zwiept – voor extra volume of om te drogen. De lokken missen onze marmelade op 10cm. De huisdichteres en ik seinen iets subtiels naar elkaar. (Dus nee, ik zei niet ‘mevrouw, uw krullen zijn prachtig, maar ik hoef ze niet op mijn brood.’) De haarzwiepster is zich kennelijk van niets bewust, maar die vriendin ziet het gebeuren, ziet ons naar elkaar kijken en zegt vervolgens niets. Ah, het blijkt een tic. Er wordt gezwierd met tussenpozen van twee minuten. Ook de tweede en derde keer dat het hoofd in de nek wordt gegooid geeft de vriendin geen hint. Waarom niet?

3. Ik zit op het toilet van mijn koffietentje als aan de andere kant van de deur een man en een vrouw koortsachtig beginnen te overleggen. Als ik even later naar buiten kom, zitten ze, de doorgang versperrend, over hun baby gebogen. Twee dertigers die samen een luier verschonen en daarbij kijken alsof ze een lever transplanteren. Ik wacht tot ze me erdoor laten. Als dat moment niet lijkt te komen, spring ik met een halve Schwalbe tussen ze door. Ze geven geen sjoege. Besta ik eigenlijk wel?

.

hertenkauw

.

Symbiose in het hertenkamp

Paars P.S. : in de zijbalk kun je je abonneren op het RaDa – je krijgt dan een emailbericht zodra er een nieuw stukje is verschenen.

7 reacties op “Oogcontactgestoordheid”

  1. Een vriend van mij zou in alle drie gevallen luidkeels en met een homerische lach een scherp en geestig commentaar hebben geleverd. Toegegeven, deze Falstaff heeft zijn imposante postuur mee, maar jouw timide er het zwijgen toe doen wordt door dit soort ignoranten zeker anders ervaren. En als ze het al merken laten ze dat jou dus niet.
    (Die vriend van mij lijkt vrij aardig op de door jou zo gewaardeerde heer I.L. Pfeijffer 😉

  2. Cecilia Ouddeken

    Geen verbeelding hoor, zeer herkenbaar! Net als die figuren die bij de ingang van de supermarkt direct midden in t pad stil gaan staan, en blijven staan als ze door t hekje zijn.. dat ze daardoor t pad (en mij) blokkeren lijken ze totaal niet te merken..
    Nee, dan in Groningen, daar groet iedereen nog iedereen.. ????

  3. Telkens (en het gebeurt vrij vaak) als ik iemand voorrang verleen, of voor hem de deur openhoud en (meestal) hij mij zonder enige bli(j)k van herkenning voorbij loopt, zeg ik maar: “geen dank hoor”.

  4. Wat in zulke situaties goed schijnt te werken en wat ik daarom nooit geprobeerd heb, is luid uitroepen: “Ja, hééé! Halloooooooh!”. Ik heb wel gezien dat mensen daar succes mee hebben.

  5. Ik vrees dat voor veel mensen de ‘echte’ wereld slechts bestaat uit een diagonaal van 5,5 inch met 1900 bij 1080 pixels.

  6. Dit soort observaties maken een verblijf in een hotel tot een groot feest. Laatst in W-a-Z opnames voor een programma met Myrna Goossen: iets over tuinen. Prachtig dat gedoe allemaal. En dan kijken wat er uiteindelijk op de buis verschijnt: een shot van 1 minuut. Geweldig avontuur.

  7. Persoonlijk vind ik een vriendelijk knikje,een stil bedankje bij het voorrang verkrijgen, etc getuigen van een beleefdheid die het leven prettiger maakt, en van een hogere orde dan een uitgesproken groet of dankjewel. Andersom vind ik het hardop aandacht vragen voor andermans onverschilligheid niet altijd op zijn plaats en zou ik het niet snel doen. Alleen appende fietsers wijs ik graag hardop op hun gevaarlijke gedrag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *