‘Zuid-Kennemerland zucht inmiddels onder de terreur van de buxusmot’, meldde het HD op 2 mei, dus geheel onkundig was ik niet van de noodlottige ontwikkelingen.
Maar het is toch andere koek als je je bloedeigen buurvrouw Tanja gebogen ziet staan over de buxus naast onze voordeur, met een van pijn verwrongen gezicht. “Ik denk niet dat ie het gaat redden…” Dan komt het ineens wel erg dichtbij.
Tanja tuurt verbeten tussen de blaadjes alsof de rupsjes haar voornaamste voedselbron zijn. Er is geen houden aan, rapporteert ze. De buxus van Dorane is een ex-buxus. Hilde heeft de hare een week geleden al gecomposteerd. Die nieuwe vrouw van nummer 15 viel ook direct in de prijzen. De litanie gaat nog even door: ik blijk in een oorlogsgebied te wonen!
Tanja peutert zo’n sluwe guerrillastrijder uit zijn schuilplaats en wrijft hem tot smurrie onder haal zool. Geen middel wordt geschuwd. Hoewel… aan spuiten begint ze niet. Vanwege de jonge meesjes, hè.
.
.Zoek de rups
Aan de jonge meesjes moest ik weer denken toen ik vanavond in NRC las over de lucratieve zwendel bij de zwaar gesubsidieerde mestfabrieken, waar ze (in theorie althans) varkensmest mengen met plantaardige ingrediënten als maïs, gras en schillen. Maar met hetzelfde gemak roeren ze er ‘slachtafval, dioxine, zware metalen, afvalwater, xtc-resten, verfslib’ en andere gorigheid doorheen. De ‘milieuvriendelijke’ mest wordt vervolgens uitgereden over het land en komt terecht in het grondwater en de voedselketen. Al in 2016 verscheen er een vertrouwelijk rapport over dit soort zwijnerij, maar tot krachtig ingrijpen van de overheidswege heeft dat nog niet geleid.
Mijn buurvrouwen stichten ondertussen bijenhotels en verdedigen hun buxus met pincetten of hun blote handen. Ik ben blij met ze.
Paars PS: het zou kunnen dat de abonneer-widget een tijdje foetsie was. Hij is er weer, voor de liefhebbers.