How the Poor Die is een essay van George Orwell over zijn ervaringen in een ziekenhuis in Parijs. De titel schoot me te binnen toen ik gisteren een paar provincies verderop in een verzorgingshotel was.
Een 93-jarige oom was gevallen en zijn toestand was plotseling zo snel verslechterd dat we wisten dat het einde geen kwestie van dagen meer was. We zágen het ook, bij binnenkomst. Mijn eigen contacten met hem stonden al heel lang op een laag pitje, maar voor mijn moeder had hij altijd veel betekend. Hij was ook geliefd, zo bleek. ‘s Middags maakten vrienden en familieleden van drie generaties hun opwachting in het kamertje en probeerden contact met hem te krijgen.
We maakten een wandelingetje om de zorginstelling heen en aten met een klein gezelschap wat in de cafetaria. Waarna de meesten vertrokken en mijn moeder naar binnen ging voor het definitieve afscheid. Ik zat met mijn vrouw in een obligaat zithoekje. Onzichtbaar voor ons, bij de receptie, stond de cafetariaploeg op het punt naar huis te gaan. Ze babbelden vrolijk over vuurwerk, met net genoeg smeu in het dialect om mijn aandacht te trekken. En toen was het stil, zo stil als het in een leeg gebouw kan zijn.
.
.
Ik staarde de gang in. De verwisselbare gang. Ik dacht aan eerdere keren dat ik in zulke gangen had gezeten. Aan miljoenen Nederlanders die in zulke gangen hebben gezeten en zullen zitten. Systeemplafonds, een leuning langs de muur, deuren met naambordjes en om de zes meter ‘kunst’ waar niemand bij stilstaat.
Ik bedoel het niet bitter. Ik weet het niet beter. Het is ‘how the Dutch die’. Dus we zaten daar in het zithoekje en wachtten en staarden. Er was een moment dat mijn geest een flauw grapje uithaalde en de gang op zijn kop zette. Zou iemand het merken als het echt gebeurde, vroeg ik me af, of zou de zorg gewoon doorgaan? Nou ja, kijk zelf maar.
.
.
een treurig maar typisch Nederlands verhaal.
Bezorgde groet,
Ach..zo is de hemel tenminste iets om naar te verlangen.