Nee, liever geen reprise van de moorkoppenennegerzoenendiscussie! Maar wel een verwant onderwerp. Deze week had Straatjournaal een uitpandig schrijfklusje voor me. Iets met het Thanksgiving Dinner en de Pilgrims uit Leiden.
Daartoe had ik een onderhoud met een geleerde curator en ik had me net genoeg ingelezen om niet al te krampachtig te hoeven noteren. Ik beleefde veel genoegen aan het gesprek, op één moment van wrevel na. Haar wrevel, omdat ik – mij van geen kwaad bewust – het bij herhaling had over ‘indianen’. “Vind je dat nou écht zo irritant?” Ja, het zat haar hoog. Immers… Gevraagd naar alternatieven kwam ze niet veel verder dan ‘natives’ en ‘native Americans’, of ‘inheemse bevolking’ als ik op Nederlands stond. Ik zat er een beetje Ron-Jansig bij, vergiste me nog eenmaal (‘excuses!’) en zoals gezegd, verder was het heerlijk praten met iemand die ter zake kundig was.
Bij het schrijven van het artikel liep ik er meteen tegenaan. ‘Indianen’ roept bij de lezer direct een beeld op (een clichébeeld weliswaar, dankzij Klukkluk en Winnetou, maar dat kun je bijstellen), terwijl je met ‘natives’ een ongewenste vertraging inbouwt. Daar kwam bij, met ‘natives’ (inboorlingen?) en ‘inheemse / indigene bevolking’ was ik wel door mijn synoniemen heen. ‘Roodhuiden’ was vanzelfsprekend ongewenst; mijn balorige brein wilde zelfs ‘gevederde vrienden’ de tekst in smokkelen. Ik moest hard poetsen om die indianenvrije tekst niet al te gekunsteld te laten klinken.
De redactie mailde zijn tevredenheid, maar had kennelijk toch een element gemist in mijn stuk. Of ik akkoord ging met de kop ‘Pilgrims en Indianen?’
Paars PS: Wie nooit iets wil missen van het RaDa moet iedere dag zelf kijken of zich hiernaast abonneren (zie menu). De rss schijnt het weer te doen maar één abonneeservice doet het niet meer.
Oef!
Ugh!