We moeten het nodig eens over Immanuel Kant hebben. Nou ja, dat vinden ze in Duitsland, lees ik in NRC, want de grote filosoof (1724-1804) was bepaald onzuiver op de graat als het gaat om rassentheorieën. Er was wel een soort sterfbedbekering, maar tijdens het grootste deel van zijn leven kende hij geen twijfel als het ging om de superioriteit van het blanke ras. Dus hoe heilig en veilig zijn die bustes van hem?
Ahum.. ik schraap de keel even, want ik wil me niet geleerder voordoen dan ik ben en me bezondigen aan gewichtigdoenerij. Dat jullie denken, wat een intellectuele reus, die zit daar tijdens een hittegolf tropenuren te maken met een zware Duitse denker op schoot, maarruh… Het toeval wilde dat ik gisteren – van de weeromstuit, om te ontsnappen aan het niet aflatende mediagekrakeel en polemisch rumoer – bij de Kennemer Boekhandel een boek van Schopenhauer van de plank griste: Bespiegelingen over levenswijsheid.
In hoofdstuk II heeft de goede Arthur (1788-1860) het over de tegenstelling tussen eenzame afzondering (het lot van grote geesten) en vulgaire samenscholing / plat vermaak (een levensbehoefte voor de massa). Waarna ik op deze passage stuitte: De sociabelste van alle mensen schijnen de negers te zijn, zoals ze ook verstandelijk bepaald achtergebleven zijn. Volgens berichten uit Noord-Amerika, in Franse kranten, […] sluiten de zwarten, vrijen en slaven door elkaar, zich in groten getale in de kleinst mogelijke ruimte op, daar zij er maar niet genoeg van kunnen krijgen hun zwarte stompneuzige gezicht steeds herhaald te zien. (p. 31, Wereldbibliotheek)
Kdoing! Kdeng! Denk ik mezelf eens een dosis levenswijsheid toe te dienen..
Direct hierop volgt een uiterst elegante alinea, met een citaat van Ariosto, over de ‘verveling van de onwetenden’. Dus ik blijf wel nieuwsgierig naar de rest van het boek. Gelukkig biedt NRC uitkomst voor wie in gewetensnood is geraakt, met het advies van hoogleraar ethiek Pauline Kleingeld: ‘Stop niet met lezen, maar blijf zelf nadenken.’
Altijd gedacht dat een feit een gepasseerde gebeurtenis is, geschiedenis is geworden en dat daar verder niets meer aan valt te verhapstukken. Zoals bijvoorbeeld het feit dat Kant en Schopenhauer zwarten maar dom vonden.
Gelukkig begint het inmiddels tot mij door te dringen dat geschiedenis altijd vanuit het heden met de huidige ethische criteria moet worden geïnterpreteerd. Kant en Schopenhauer hadden verderfelijke opvattingen over zwarten; ze moeten van hun sokkels worden gehaald.
En soms, zoals in de “ministeries van Waarheid” van Jozef Stalin en Winston Smith uit 1984, verdient de geschiedenis zelfs te worden geretoucheerd of herschreven.
Ook zo benieuuwd hoe de waarheid er over 100 jaar uitziet?