Zenuwachtige drukte voorafgaand aan het extra raadsdebat. ‘Wat is een alexandrijn ook alweer?’ ‘Verdomme, help me, ik kan dat citaat van Kouwenaar nergens vinden. Iets met Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit: het zacht maken van stenen / het vuur maken uit water / het regen maken uit dorst…
‘Ik ga mijn Elegie voor een stadsdichter voordragen – het metrum van de elfde strofe loopt nu eindelijk lekker. Het past denk ik net binnen mijn spreektijd…’
Goed, het ging anders. Het zijn politici. Men had zich voorbereid, zo was te merken. Men was getergd. De goede naam van Haarlem… De raad was ten zoveelste male gepasseerd… Darryl Osenga alias Insayno was ‘onder de bus’ gegooid, en ‘voor de leeuwen’ of voor een bus met leeuwen, mijn verslagje is – welkom op het RaDa – subjectief (en bitter!). Het college kreeg striemende kritiek, erkende schuld en etaleerde onbedoeld het eigen onvermogen en onbenul.
Verantwoordelijk wethouder Marie-Thérèse Meijs had het bij herhaling over ‘ de kennis van nu’ alsof die kennis was neergestreken als een enorme zwerm schijtende spreeuwen in haar prachtige kersenboomgaard. Het idee dat je kennis ook kunt verwerven leek volkomen nieuw voor haar. Al eind augustus (!) daagde op het stadhuis het besef dat er smetten aan de genomineerde rapper kleefden; toen Meijs dit in een collegevergadering aankaartte pakten twee collega’s in het rijke bezit van een laptop die erbij en googleden ter plekke wat…
En daar bleef het bij, qua antecedentenonderzoek. Jos Wienen heeft het voordeel dat hij niet hapert tijdens zijn betogen, maar zijn gesoigneerde Nederlands kon zijn naïviteit en nalatigheid niet verbergen. Het was komisch te horen hoe hij zich when the shit hit the fan (niet Wienens woorden!) op Twitter had begeven en geschokt was door de ‘bagger’. Hij klonk als een bedremmelde peuter die met zijn nieuwe witte rubberlaarsjes in de poep had getrapt. Kom op, je kan het ook overdrijven met je act als wandelend anachronisme, Jos!
Goed, jongens en meisjes, jas nu snel die motie van wantrouwen er doorheen en dan kunnen we het (met een nieuwe wethouder) over de toekomst van het stadsdichterschap hebben, dacht ik bij de live-uitzending. Alleen jammer toch dat er politici in de politiek zitten. Ars politica en ars poetica, het zijn andere dingen. Dus er kwamen moties op tafel en van moties komen machtsblokken. De strenge motie van afkeuring (verwoord door VVD-er Wouter Rutten) haalde het niet en toen stemde de oppositie – lekker puh! – uit nijd tegen de motie van treurnis, de poging van de coalitie zijn ongenoegen een ongevaarlijke vorm te geven.
En nu?
Mijn voorstel zou zijn om bij wijze van overgang voor de komende twee jaar honderd stadsdichters aan te stellen, die elk een week dienst doen en een gedicht over de stad maken. Rijp en rot, m/v, LHBTIQA, hippe rappers en bedaagde sonnettenkakkers in een bonte stoet. Zie Stadsdichtersestafette, maar dan serieus. Zet de filmpjes / gedichten op de gemeentelijke website. Dan krijgt ‘de bus’ minder kans slachtoffers te maken. En na twee jaar kiezen we uit die honderd de vier besten; dat Collectief gaat dan vier jaar mee. Leve de poëzie!
Honderd stadsdichters! Toe maar! (Stiekum dacht ik: ” zijn er wel honderd stadsgedichtenlezers?” Maar zulk grapje kan je beter niet op het RaDa achterlaten). Zijn er wel honderd dichters? Ja, dat zal wel lukken, eerst maar eens een vrijwillige liefhebber scoren die, als thuiswerker, al die aanmeldingen in een database zet en dan …… .
ik heb nooit (Gerrit Kouwenaar
Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst
ondertussen beet de kou mij
was de zon een dag vol wespen
was het brood zout of zoet
en de nacht zwart naar behoren
of wit van onwetendheid
soms verwarde ik mij met mijn schaduw
zoals men het woord met het woord kan verwarren
het karkas met het lichaam
vaak waren de dag en de nacht eender gekleurd
en zonder tranen, en doof
maar nooit naar iets anders getracht dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst
het regent ik drink ik heb dorst
@Rigo Reus: je haalt ‘m de woorden uit zijn mond! Dank voor de service.
Ach. die arme gemeenteambtenaren die in de krochten van het internet op zoek moeten gaan naar de digitale sporen van honderd stadsdichters..