Hoe kan ik nog over het stadsdichterschap beginnen zonder stadsbreed gekokhals op te wekken? Na de gênante tweedaagse ambtstermijn van Osenga en een raadsvergadering die een stuitend politiek dilettantisme aan het licht bracht?
Waarna er (uit lafheid? Desinteresse?) bij mijn weten niks meer gebeurde. Hoewel er toch liefst 51 inzendingen waren… En het RaDa een leuk, levensvatbaar alternatief aandroeg. Zoals de vaderlandse geschiedenis stadhouderloze tijdperken kent, heeft Haarlem nu een stadsdichterloos tijdperk.
Bij al het gekrakeel stoorde het mij dat vrijwel niemand expliciet zijn waardering uitsprak voor zittend stadsdichter Willemien Spook. De faciele, soms brallerige roep om een ander geluid en het bereiken van nieuwe doelgroepen kon uitgelegd worden als kritiek. Hoe onterecht dat zou zijn bewijst Stadsdochter, een zojuist uitgegeven keuze uit de honderd(!) gedichten die zij tussen 2017 en november 2020 schreef.
Het is een in alle opzichten gave bundel. De vormgeving is prachtig, wat niemand zal verbazen die Willemiens andere werk kent: de sieraden, de assemblages en foto’s (zie www.willemienspook.nl ). Een aantal gedichten staat al op voornoemde website, maar het is een genoegen ze hier in boekvorm te hebben. Stadsdochter pendelt momenteel tussen onze bovenetage (het domein van een van Willemiens illustere voorgangers) en mijn eigen leesfauteuil. Er staat veel moois in! Als bavocentrist moet ik dit mooie beeld natuurlijk opnemen:
Bavo
Gebouwd voor eeuwen
groot, grijs en goud
hoog geschouderd, zo vertrouwd
ik zag zijn dracht vanmorgen pas
hij draagt Gods eigen regenjas.
De gedichten zijn doordacht én doorvoeld. Rijp en beheerst, zowel emotioneel als technisch. Een van mijn favorieten, ‘Vogelvlucht’, gaat over een opgegraven scherf.
(…)
De scherf in mijn hand
schreeuwt het uit van tijd
was schotel, bord of schaal
is vrij van vorm en functie nu
vertelt een nieuw verhaal:
hoe veerkracht, strijd, liefde, pijn
ouder nog dan Haarlem zijn.
Wie graaft mijn laptop later op
mijn pen, mijn bril, mijn schaal
hoe ontsterf ik, hoe verscherf ik
waar blijft mijn taal? (…)
De oplage van Stadsdochter is driehonderd, maar hopelijk zal dat te weinig blijken.
“Tot zover de reclame”, wilde ik half grappend zeggen maar laat het. De gekozen verzen zijn inderdaad prachtig.