Na een wandeling door het Kraansvlak namen we bij Zandvoort de trein terug. Op een bovenleiding zag ik een opvallende zwarte vogel.
Tamelijk fors, tot ik beter keek en zag dat het een duovogel was. Een stelletje, innig… ja, innig wat? Tortelend? Smiespelend? Elkaar veren fatsoenerend?
Er trad een plotselinge verwijdering op, ze keken strak voor zich uit. Met zo’n kop van, moet dat nou echt zo? We zouden toch beter moeten weten.. En, zoals dat gaat, een van de twee wilde per se het laatste woord hebben.
Nou, dat kwam verdomde hard aan!