Van buren en overburen hebben we al bloemen gehad, dus aan gastvrijheid ontbreekt het hier heus niet. Alleen, buiten onze eigen straat ken ik welgeteld vier dorpsbewoners, plus het meisje van de bakker en de Post NL-bezorger. Zo ongeveer wat je kunt verwachten na welgeteld twee weken in een nieuw dorp in een nieuwe provincie in coronatijd.
Dat komt heus wel goed. Iets anders is dat ik de mensen lastig kan ‘lezen’. Zelf ben ik een natuurlijke knikkerd en groeterd. In Haarlem ook al, maar daar voelde ik beter aan wie er gediend waren van mijn ongevraagde wellevendheid. Hoewel… het is meer dat ik het Westen meende te weten op hoeveel contact ik aanspraak mocht maken; want ook daar kwam ik regelmatig bedrogen uit (zie Oogcontactgestoordheid).
Hier wil ik als nieuweling niemand schofferen, dus ik strooi te pas en te onpas met ‘hallo’s’ en ‘dags’. Of moet ik daar met onmiddellijke ingang mee ophouden? Ik wil ook niet bekend komen te staan als die wuivende malloot die hoopt op de hoofdrol bij de intocht van Sinterklaas. Hier een foto-impressie van hoe een wandelingetje tussen de oorspronkelijke bevolking voor mij soms voelt.
(N.B. deze zaten achter een boerderijhek en bekeken ons met bijzondere belangstelling)
N.B. Teken nu in voor de bloemlezing De Haarlemse Jaren!
Ik lees het al….super gezellig dorpje. Gezellig blijven groeten hoor, ze wennen er wel aan.🥰