De aanraking – of liever het gebrek aan aanraking – staat sinds corona meer in de belangstelling dan ooit. Stimulatie van de opperhuid bevordert het psychisch welbevinden, dat staat buiten kijf.
In discussies over dit onderwerp wordt onveranderlijk uitgegaan van huidcontact met een medemens (moeder, minnaar, masseur), hetgeen ons blind maakt voor alternatieven. En dat brengt mij bij het Genootschap van Tactiele Werkvormen, in het verleden nooit opgericht door de RaDa-reda, maar wel bedacht.
Het idee was individueel of in klein gezelschap onder gecontroleerde omstandigheden kleine genotsrillingen op te wekken voor tastpapillen naar keuze. Bijvoorbeeld door de noppen van bubbelplastic te laten knappen, of de wijsvinger door het fluwelen binnenste van een net gedopte tuinboon te laten glijden. Zie bijvoorbeeld ook mijn stukjes over Kruiskopgenot en de kaasdraad.
Leden van het Genootschap zouden ervaringen en tips kunnen uitwisselen (voor beginners en gevorderden), want de mogelijkheden zijn ongekend. Zo zijn wij bezig een kamer opnieuw in te richten. Ander behang. Terwijl we nog stonden te aarzelden tussen afkrabben en een stoomapparaat huren, peuterde ik aan het randje van het oude behang. Ik had een beginnetje, het behang ging met me mee en gaf zich gewillig over. Zonder te scheuren. De hele baan liet met precies de juiste weerstand los, van plint tot plafond. Los!
Idem voor de banen ernaast. Als er in de grote stad cabines waren waar je tegen betaling van een luttel bedrag dit genot kon oproepen, zou ik een abonnement nemen. Wat zeg ik, er moeten Tactiele Pretparken komen waar rijen borstels van uiteenlopende stugheid wachten op hun ideale streler, waar je met passers in vlakgom mag prikken, waar bassins klaarstaan met groene zeep, brooddeeg en verse modder. En laten we de voeten niet vergeten, die hebben hun eigen wensen. Ondernemers van Nederland, waar wachten jullie op?
Nou, Marius, dit is er eentje naar mijn hart. Samen met Julia H bedacht ik jaren terug de term geotactiele extase, om het genot van een bobbelig dan wel gladde ondergrond bij het fietsen te duiden. En vaker heb ik gedacht, wanneer ik zou dementeren, dat ik graag een tactiele paradijs om mij heen zou willen. Zand, water, inderdaad alles in de tuin, zoals mijn rozemarijn die kopjes geeft wanneer ik er langs loop. Maar waarom wachten op dementeren? Laten wij de modder tussen de tenen vieren, het tot fluwelen schoenen laten opdrogen en er in rondlopen.
Maria Montessori voor volwassenen. Van de kleuterschool herinner ik me zuster Irene en haar plankjes met verschillende gradaties schuurpapier.
Zo’n stukje waarbij de voorbeelden na publicatie blijven komen. Over de kleuterschool gesproken: de (elektrische?) puntenslijper mag niet ontbreken. ‘Prikken’ (met zo’n matje eronder) was ook fijn. Zoals de Amerikanen zeggen: I could do this all day!
Wat fijn dat je geen verstandelijke beperking of dementie hoeft te hebben om toch naar snoezel ruimtes te verlangen.
Bisonkit op de duim, dan langzaam uitsmeren met de wijsvinger. Laat even drogen en druk daarna krachtig op elkaar, wacht een tiental seconden en trek de wijsvinger van duim los. Met een licht knisperend geluid trekt de opgedroogde Bisonkit een draderige verbinding tussen duim en wijsvinger, ga door tot de draden knappen, de geur van de vrijgekomen butanaon is een bijkomend genot voor de neus. De laatste, meest hardnekkige, lijmresten kunnen met de voortanden worden verwijderd
Had al bijna twee weken een loszittend stukje tand. Dat heen en weer bewegen met de tong, steeds iets verder duwen. Soms pakte ik het met twee vingers beet en oefende er een klein beetje trekkracht op uit. Dat was werk voor de tandarts. Tot vandaag. Na weer een wilde dans van de tong en het stukje tand pakte ik het opnieuw tussen twee vingers en trok er lichtjes aan. En bleef die lichte kracht uitoefenen. En plots… een mengeling van geluid (‘Tôk’? ‘Plok’? Of een iets lichtere toon, die uit het zich alweer sluitende gat in mijn kaak opklonk) en het gevoel dat iets dat strak gespannen stond – een dun draadje, vele vezels tegelijk? – plotseling losschiet, misschien wel doormidden breekt. Die sensatie, een klein kortdurend pijntje van nog geen seconde, dat omgezet wordt in een mengsel van verzaliging en opluchting. Hoe dat zich een weg baant door allerlei zeer lang niet gebruikte kanalen van het brein.