Stel dat ieder mens een nostalgiemetertje had. Tot en met je vijfentwintigste zou het ‘nul’ aangeven (of je moet erg vroeg oud zijn) en daarna stijgt het peil geleidelijk. Bij een score van ’50’ is het moment aangebroken dat je meer dan de helft van de tijd over ‘vroeger’ praat.
[Rekenpauze: bepaal zelf je percentage]
Vroeger, toen bij de visboer nog levende palingen in een bak zwommen. Toen je nog ‘echte’ muziek had. Toen topvoetballers na hun carrière nog een sigarenwinkel begonnen. Toen er bij de potato chips nog een apart blauw wikkeltje zat met het zout. Toen je nog mocht roken voor de klas. Toen je nog DVD’s afspeelde.
Ik maak voor het gemak maar geen onderscheid tussen posinosta’s en neganosta’s (die het vooral over het verleden hebben uit rancune over het lelijke, verloederde heden). En – goed dat jullie het vragen – waarom begin ik hierover?
Vroeger, in de tijd dat ik het nooit over vroeger had, zou ik nooit stilgestaan hebben bij een duivenhok.
Ook vroeger waren duiven voor mij al iets van vroeger. Bij mijn opa mochten we op zondag geen wit overhemd dragen, want dat verjoeg de postduiven van buurman Sloekers (of was het Hofkes?), die dan moesten terugkeren uit de Pyreneeën of het Zwarte Woud (de duif is de meest nostalgische diersoort).
Hier in Wijhe passeer ik een paar maal daags een ‘ouderwets’ duivenhok. De duivenmelker zelf heb ik nog nooit gezien, maar zijn keurcorps koert daar genoeglijk. Ik weet niet eens zeker of het afgetrainde wedstrijdduiven zijn of het vliegende equivalent van een feestelftal. Maar fotogeniek zijn ze en bij het formatievliegen zwiepen ze langs met een indrukwekkend ‘woesj’.
En weten jullie nog van die standaardvlag waarover ik onlangs schreef? Van de week maakte ik een foto van de duiventil en kiekte dit aansuizende bouwpakket met veren waaraan ik wel een staart maar geen kop kon ontdekken. Wat een landingsmanoeuvre!
Hier in Wijhe is bij het dorpsplein trouwens een ouwemannenbankje waar de gemiddelde nostalgiescore minstens 80 bedraagt. Ik durf er voorlopig nog niet aan te schuiven.
Hoe is het in Wije
Met het oude vrouwen bankje
Of mag de tweede sexe
In Wijhe de deur niet uit
Ik heb gevraagd waar de vrouwen waren. ‘Thuus.’ (Daar konden ze kort over zijn) Maar de vrouwen praten wel onder het genot van een plak cake, vermoed ik.
Wij hadden zo’n 25 duiven, het waren de mindere duiven van Ome Vrught uit Haarlem-Noord. Die gingen of op zijn bord of naar ons. Zijn hele huis was een prijzenkast. Toen zijn vrouw zei: die prijsbekers eruit of ik eruit?! …. juist, ze ging.