We wandelden ergens achter landgoed De Gelder. We hadden eerder rondgezworven in het gebied, maar toen schrokken we terug voor het onbegaanbare pad. Nu was het minder modderig.
Er is daar in de buurt een zorgboerderij. Bij een praatje met een van de medewerkers hadden we gehoord dat het een project is voor Alzheimer-patiënten, die samen met vrijwilligers in de moestuin werken. Wieden, plukken, spitten, pellen – heilzaam voor lichaam en geest. De oogst werd verwerkt ten behoeve van iedereen die meehielp. Ze hadden de onvermijdelijke perikelen gekend tijdens de eerste corona-maanden, maar nu waren ze gelukkig weer in bedrijf.
Voor ons op het pad liep ongehaast een slanke, oudere vrouw in een luchtig floddergewaad (een negligé?) dat haar kuiten blootliet. Het rechterbeen zwikte bij iedere stap licht naar rechts, alsof het dissidente opvattingen had. Bij de oprit naar de boerderij hield de vrouw stil en toen wij langskwamen groette zij ons of wij haar. We gleden als vanzelf een vriendelijk gesprekje in, waarbij ze zich helder uitdrukte, accentloos. Ze informeerde naar onze achtergrond en begon te stralen toen we over Haarlem begonnen. “Haarlem!? Ik kom uit Santpoort!”
“Santpoort-Noord of Santpoort-Zuid?” Ik liet erop volgen dat ik zelf tien jaar aan de Kieftendellaan had gewoond. Noord dus. In 1965 liepen daar nog koeien tegenover ons huis. Ja, dat wist ze nog. En zij was opgegroeid op een boerderij ergens bij Duin en Kruidberg. We zoomden samen in. Zoefden zestig jaar terug door de tijd. En die boerderij… een paar jaar geleden fietste ik er altijd langs naar mijn werk. Op dagen dat ik precies om 8.05 uur passeerde liep daar een oude man naar de brievenbus om de krant te halen…
De onverwachte tijdreis betekende voor haar evident meer dan voor mij. Ze kon het amper bevatten. Dat zomaar, plompverloren, op een modderpaadje bij Wijhe… Ik voelde me een boodschapper uit een ver vaderland, die een balling goed nieuws kwam brengen. Wat in zekere zin ook klopte. Ze was lang geleden vertrokken daar. Nu was ze 75. En ja, de huisarts had haar aangeraden tweemaal wekelijks mee te doen op de zorgboerderij. Beginnende dementie. Ze zei het zonder bitterheid of effectbejag. Misschien hielp het, je kon alleen maar hopen…
We namen hartelijk afscheid. Zij zwaaide naar ons of we familie waren en keerde toen terug naar de tuin; ik maakte al wandelend een rekensommetje. Toen ik twaalf was, was zij twintig. Ja, er moesten nog veel meer herinneringen op te halen zijn. Nu, nu ze er nog waren.
Opgenomen in de categorie Ontmoetingen.
🧡
De wereld is klein. Groeten vanaf de Terrasweg voor mevrouw.