Ik heb nog geen drie ‘legs’ achter elkaar aandachtig gevolgd bij het WK pijltjesgooien. Wel bestudeer ik soms gefascineerd het publiek daar in Londen. Engeland als geheel geldt als zeerhoogrisicogebied, maar welk label moet je plakken op het Alexandra Palace?
Op het podium is de afstand tussen oche (werplijn) en bull’s eye volgens de regels exact 293 centimeter; in de rest van de zaal heerst complete bandeloosheid. Aan afstand doet niemand. Vlezige mannen sjouwen vastberaden met pullen bier, er wordt schuimig gezongen, nat gescandeerd en vanuit de diepstgelegen bronchiën gebrald. Als je als virus ergens geboren wilt worden is het in die zaal.
Het spektakel zou me met afgrijzen moeten vervullen, maar vreemd genoeg bezie ik het (vanachter mijn veilige antispat-/tv-scherm) ook met blije verwondering. Exhibitionistisch machogedrag, roekeloze verbroedering, collectieve doodsverachting! Als tongzoenen niet zo’n slap imago had, zouden deze mannen het zeker massaal doen. Als daad van verzet.
Zelf neig ik naar voorzichtigheid. Het zou vanuit dat oogpunt beter zijn om niet met de trein te reizen, maar soms heb ik geen keus. In de intercity tussen Amersfoort en Utrecht afgelopen donderdag mocht ik me gelukkig prijzen met een van de laatste vrije zitplaatsen. Terwijl ik me installeerde, draaide de zwartharige vrouw in de stoel voor mij zich langzaam om.
Een gesoigneerde verschijning: een jaar of veertig, met een mooie, vriendelijke oogopslag en volmaakt gestifte lippen – ze had iets aristocratisch. Ontspannen glimlachend liet ze haar blik over mij en mijn buurman glijden, alsof ze de gaafste lotus uit ging kiezen bij het bloemschikken.
“Mevrouw, als ik vragen mag, waarom draagt u geen mondkapje?”
“Omdat ik daar niet in geloof.”
(Zonder de geringste aarzeling, met de glimlach van een courtisane aan het keizerlijk hof en de beschaafdste dictie sinds Mary Dresselhuys).
“Gelooft u überhaupt niet in het bestaan van besmettelijke ziektes?”
“Ja zeker wel, ik geloof enkel niet dat een mondkapje helpt tegen covid.”
Weer die glimlach – de Boeddha zelf had het niet kalmer kunnen overdragen.
“Gelooft u misschien wel in sociaal gedrag? U zou er een kunnen dragen voor mensen om u heen die er wel in geloven…”
Op dit punt besloot ze mij niet langer te laten delen in haar wijze inzichten. Als waren het kostbare sierraden pakte ze de ‘oortjes’ van haar iPod en deed die gracieus in, mij onderwijl onbewogen aankijkend. Pas toen ze helemaal goed zaten, draaide ze zich om en begon in haar tijdschrift te bladeren. Onthecht.
Verbijstering en teleurstelling zijn mijn emoties bij het gedrag van de Nederlanders die hun kont tegen de krib gooien. De holle argumenten hinderen mij. Tegelijkertijd heb ik bewondering voor de discipline van de Spanjaarden, jong en oud hier op straat en ook binnenin de winkels. Voor zover ik kan zien en beleven natuurlijk, nu ik even een paar maanden in Spanje ben.
Weglopen en een roodwit lint spannen rondom haar zitplaats? Een FFP2 masker in cadeauverpakking aan haar overhandigen? Een boeddhistische mantra gaan zingen ? Wat is de beste waardige repliek op deze onbeschoftheid?