Die Dudley vond ik nog wel wat hebben. Woensdag liep ik fijn met ‘m te sparren op een lange dijk bij Vorchten. We waren aan elkaar gewaagd, Hij wilde mij met een viervoudige twist met ingebouwde flikflak een modderige greppel in zwiepen (geintje!) en testte of ik echt geen toupet droeg. Ik kromde mijn rug en dacht, do your worst, we zullen weleens zien wie hier de langste adem heeft.
Beetje kinderachtig dat hij later zijn grote zus erbij haalde. Wat een vals loeder, die Eunice! Ze rammelde pas serieus aan de poort toen het al schemerde. Ik was alleen thuis, in een huis dat ik nog niet werkelijk beproefd had zien worden. Ik ken niet alle kermpjes en kreuntjes. Toen het gebeuk en geloei van de wind aanhield voelde het ineens minder heimisch binnen. Dit was een beleg. Zaten er zwakke plekken in de verdediging? Eunice trok alle registers open en probeerde zich toegang te verschaffen via schoorsteen, kieren, dakgoten, ventilatieroosters en (?) kruipruimte.
En de aangebouwde serre, kon ze die optillen? Ondermijnen? Als een accordeon samenvouwen? Ik zag haar er voor aan dat ze de tulpenboom in de voortuin als stormram zou gebruiken. Of desnoods die loebas van een kastanje verderop. De berichten uit het land klonken weinig geruststellend en op de weerkaart zag ik hoe agressieve paarse en rode vlekken de gele en oranje zouden opvreten de komende uren. Het eindigde ermee dat ik de gordijnen sloot, stampende muziek aanzette als antigeluid en een whisky inschonk. Tegen middernacht luwde de wind eindelijk en ging ook mijn onbehagen liggen.
Vanochtend bleek de schade mee te vallen. Er lagen een paar bloempotten in de tuinvijver en Eunice had het dak van een nestkastje gerukt. Uit frustratie? Bij mijn ochtendwandeling verbaasde ik me over alles wat wél was blijven staan, ondanks het geweld. Een man verving een dakpan van zijn dijkhuisje, een boom langs het fietspad bij de IJssel was afgeknapt. Maar een ravage was het niet. De vele ganzen hadden hun veren alweer ontfomfaaid en zaten te zonnen; was het twaalf uur eerder echt zo beklemmend geweest?
Nou ja, die Eunice zien we gelukkig nooit meer terug, dat is zeker (zie hier een RaDa-stukje over Schotse stormnamen).
Eunice, een storm van likmevestje. 5 kilometer van de kust en slechts een paar takken, geen boom, geen dakpan, nakkes. Maar wel geen treinverkeer op de dag zelf, de dag erna, en zondag moeten we nog maar zien. Vroeger waren de schepen van hout en de mannen van staal, nu zijn de schepen van staal maar de mannen van hout. Was het personeel van de NS maar van hout!
Terwijl wij in de Caribische zee de schoolslag oefenden en met duikbril op de Yellowtale snapper en de Papagaaivis bewonderden rukte Eunice de dakpannen van het huis en die sloegen weer de buitenspiegel van onze auto die toch ook een beetje vakantie had. Nee, niet leuk.
Altijd weer mooie foto’s!