Ga naar de inhoud

Leunstoelreizigers

Straatjournaal juni ’22

Karl May was er zo een: een ‘armchair traveller’. De bedenker van Winnetou en Old Shatterhand was zelf nooit in het Wilde Westen geweest. Dankzij een stapel naslagwerken en een levendige verbeeldingskracht kon hij de oortjes van zijn lezers laten gloeien. Daarvoor hoefde hij niet per se met een huifkar over een stoffige prairie te trekken en in een wigwam te slapen, met het risico te worden gescalpeerd.

Een ander voorbeeld van een luiestoelreiziger is José Luis González Macías, schrijver van Atlas van vuurtorens aan het einde van de wereld (Meulenhoff, 2021). Lees, nee proef die titel nogmaals en laat je fantasie kietelen. En voor wie nog wat extra stimulatie nodig heeft, op deze plekken staan de eerste twaalf van de 34 vuurtorens uit het boek: Adziogol, Amédée, Aniva, Bell Rock, Buda, Cabo Blanco, Clipperton, Columbretes, Eddystone, Eldred Rock, Evangelistas, Flannan Isles. Laat winterstormen en tropische cyclonen vast beuken op kaap en klip, denk aan verraderlijke riffen en zandbanken, verplaats je in eenzame vuurtorenwachters die in barre, godverlaten oorden smachtten naar aflossing. Of doe desnoods iets met romantiek.

Krijgt Floortje Dessing zo’n malse kluif toegeworpen, dan boekt ze stante pede tickets naar Moermansk, de Beringstraat en Patagonië; ze strikt de laatste loods die met zijn praam de weg kent in een vergeten archipel, vindt in een gesticht op de Faeröer Eilanden een door scheurbuik aangevreten, tot waanzin gedreven lighthouse keeper, huurt op Nova Scotia in een vuurtoren een van wrakhout getimmerd stapelbed en zo’n serie zit geramd.

Alleen, wat schrijft Macías doodleuk in zijn voorwoord? Hij, Spanjaard uit het dorre binnenland, is een landrot die maar kort aan de kust heeft gewoond. Hij heeft niet een van de door hem uitverkoren vuurtorens in het echt gezien, maar heeft zich (bezeten van zijn onderwerp, gefascineerd door oude kaarten en prenten) ‘ondergedompeld in een zee van informatie’ teneinde ‘licht en donker van elkaar te scheiden.’

Een Spanjaard zonder zeebenen dus en niettemin laat hij je voelen hoe wonderbaarlijk de wereld is en ook de mensheid (die zo vaak een slechte pers krijgt) stijgt in je achting. De eerste vuurtoren uit het boek, die van Adziogol, ligt (of moet ik vrezen, lag?) in Oekraïne, in het estuarium van de Dnjepr aan de Zwarte Zee. De route erheen voert door een doolhof van riviereilandjes. Hij is 64 meter hoog en lijkt qua uiterlijk op de Eiffeltoren. Hij werd tussen 1908 en 1911 gebouwd naar een zo vernuftig ontwerp van architect Sjoechov dat het de Eiffeltoren drie keer minder zwaar had kunnen maken. De ‘dracht’ van de lichtflits (of ‘schittering’) bedraagt 19 zeemijl (= 35 km).

 

Ergens in Northumbria

De volgende uit de lijst, Amédée, stamt uit 1862 en staat in Nieuw-Caledonië, waar een Franse strafkolonie was. Die vuurtoren werd in Parijs gebouwd en is in segmenten verscheept naar het Zuidelijk halfrond, in 1200 (!) kisten. Maar voordien werd hij in zijn volle glorie van 54 meter gemonteerd. De Fransen kregen hem dus eerder te zien dan de eilanders in de Stille Oceaan!

Zo heeft elk van de vuurtorens zijn eigen verhaal; nu eens verbaas je je over de technische huzarenstukjes en volharding van 19e-eeuwers, dan weer kleeft er aan zo’n toren een tragedie of een gruwelijke legende. En als je na verloop van tijd toch een beetje zuurstof mist in je ‘fauteuil met uitzicht’: onze Noordzeekust heeft volledige dekking als het om lichtbakens gaat. Ook langs de Zuiderzee vervulden ze eeuwenlang hun taak. De Lange Jaap (Huisduinen) schijnt op instorten te staan, maar de meeste (actief of slapend) zijn erg benaderbaar. De Zandvoortse werd gesloopt in 1907, maar IJmuiden heeft twee echte vuurtorens en vier ‘lichtopstanden’. Nog een bof: om ze te bewonderen hoef je niet uren te verleppen in een wachtrij bij Schiphol.

Niet vanuit de leunstoel geschoten: het eiland Mull


 

 

 

 

 

 

2 reacties op “Leunstoelreizigers”

  1. Zandvoort: in 1907 werd er de vuurtoren gesloopt. Laat ik nou denken dat er altijd een vuurtoren stond, ik heb hem laatst nog gezien! Blijkt dus een watertoren te zijn die overigens op 5 mei 2001 even voor vuurtoren speelde. Op de late avond ging de toren in brand. De liftmotor had vlam gevat en de vuurgloed was in de wijde omgeving te zien, ook op zee dus. Voor zover bekend zijn er geen schepen door in de problemen gekomen. De gemeente wil er nu woningen in bouwen.
    Mooi stuk weer.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *