Ik heb de IJssel hier eerder mijn liefde verklaard (zie Fluviofiel), maar bevaren had ik haar tot gisteren nooit. Tot kapitein Cees deze week aanmeerde in de Passantenhaven, met vrouw/matroos Liesbeth en twee honden, waarvan een zonder zeebenen en met watervrees. En zo werd het plan geboren met hen stroomafwaarts mee te varen tot IJsselmuiden.
Terwijl op het vasteland de rechtsstaat schudde op zijn grondvesten, anarchie heerste op de snelwegen, de inflatie oplaaide, geblakerde instituties op instorten stonden en de verantwoordelijke instanties en politici gedemoraliseerd onderdoken, al dan niet met de dood bedreigd, tuften wij bij kalm weer richting Herxen.
Een enkeling patserde dichtbij langs met een powerboot; making waves, altijd lekker, maar onze roerganger wist steeds behendig te anticiperen op de woeligste baren. Van de beroepsvaart hadden we amper last. Dus er was ruimschoots gelegenheid om naar scheepsverhalen te luisteren, domme landrotvragen te stellen en het oeverleven te bekijken.
Toch wil ik hier ook de mens een pluimpje geven. Niet de muitende, rellende, destructieve mens, maar die andere. De bruggenbouwers en ingenieurs. Die drie bruggen bij Zwolle kende ik natuurlijk al vanuit de trein of vanaf de fiets, maar van onderaf is de aanblik nog indrukwekkender.
En toen moest Kampen nog komen, met de geweldige (‘nieuwe’) stadsbrug. Een hefbrug, die ook nog eens – in zijn volle glorie – werd geopend voor een passerend schip.
Bij de Vispoort woedde een soort jaarmarkt met psalmenzang / kerkkoren / theologen-hiphop /volkszangers, maar verderop was alles prachtig. In de Bovenkerk was orgelmuziek. We wandelden langs de singel en vonden een goed restaurant. Met de trein waren we in een mum weer in Wijhe.
Hoe erg is het eigenlijk als het land brandt, vroegen we ons olijk af. Maar dat was een grapje.
Het was een heerlijke dag Marius, genoten van jullie gezelschap, de mooie tocht en prachtige stad. Vanochtend nog dat mooie park bekeken en koffie gedronken in de stad. Nu weer verder stroomopwaarts!
Leuk stukje heb je weer geschreven, wat ben je toch een woordkunstenaar.
(een heel klein stukje stroomopwaarts om bakboord uit naar de Randmeren te gaan)
Mijn liefde voor de IJssel stamt al van mijn vroege jeugd als stuurman van mijn ouders’ Maaskruizer. Gaande weg leerden wij de regels geholpen door waarschuwingsignalen en wateralmanak.
Het was nu een buitengewoon genoegen de voltallige redactie van het Dagklad aan boord te hebben én dan ook nog in gezelschap van de huisdichteres! En dan nu in Kampen! Alleen maar mooie steden en dorpen langs onze mooie, en druk bevaren rivier.