Precies een jaar geleden stond hier een pallet op de stoep met de eerste (en naar het zich laat aanzien, laatste) druk van Dagklad, de Haarlemse jaren, een ruime selectie uit de 3000 op dit weblog gepubliceerde stukjes. Uitgegeven in eigen beheer, zoals dat zo weinig wervend heet.
Het eerste exemplaar woog 800 gram schoon aan de haak, precies evenveel als alle andere. Zwaar! Het glom van tevredenheid en blaakte van zelfvertrouwen. De feestelijke boekpresentatie kreeg de vorm van drie geanimeerde wandelingetjes met publiek rond de Kennemer Boekhandel. Erg fijn om te doen.
Met de zelfpromotie kreeg ik meer moeite nadat de eerste opwinding was weggeëbd. ‘In consignatie’, kent u die term? Nederig vragen in de boekwinkel of je vier of vijf van je kindjes te vondeling mag leggen? Spoedig daarna waaide er weer corona door het land, dus ‘de boer op’ ging moeilijker. Dat ik niet meer in Haarlem woonde, hielp evenmin. Het boek raakte ietwat in de vergetelheid, bij mij althans. Af en toe moest ik nog een bestelling verzenden en als ik het dan argeloos doorbladerde, was ik telkens weer verrast dat ik het best goed vond (ja, ik ben/heb een fan!). En al met al ben natuurlijk blij dat het er is gekomen. Dat ik me heb laten opjuinen door Gonda Koster e.a. en daarna het monnikenwerk heb verricht dat aan publicatie voorafgaat. Anderzijds, er moet nog heel wat water door de IJssel stromen eer er een vervolg komt.
Tot zover mijn jaarverslag over het noordelijk halfrond.
Op het zuidelijk halfrond bevindt zich één exemplaar van De Haarlemse jaren, in de bibliotheek van Buenos Aires. Dat stuurde ik aan emigrée Linda (oud-stadgenote, bekend van Welpieverbranding), die in Nieuw Zeeland woont. Spontaan beloofde ze onder onze tegenvoeters aan de naamsbekendheid van Dagklad te werken en ze hield woord! Geregeld stuurde ze me de afgelopen maand een foto van mijn geesteskind op tournee door Wellington. Hieronder een kleine greep (Queen’s Wharf, Cenotaph, Railway Station, Beehive (bij het parlement) en het Museum of New Zealand Te Papa Tongarewa. Veel dank, Linda!