Dromogram

In hoeveel dromen van anderen heb ik ooit mijn opwachting gemaakt? Als booswicht, held, held op sokken of in een miezerig bijrolletje?

In 2006 was er die uitbundige leerling van ‘Meneer, ik heb vannacht gedroomd dat u dood was!’ Ik was toen noodlottig uitgegleden over een bananenschil (zie Memento mori). Vorige week hier in het dorp vertelde een vrouw (ik had haar twee of drie keer ontmoet) dat ze over mij had gedroomd. ‘Ja, jij en Sylvia gingen samen de bibliotheek runnen… jullie doen iets met literatuur, toch?’

Ze droomde heel veel, zei ze er enigszins verontschuldigend bij. En bibliothecaris? Het is níet mijn droom maar het kan erger. Met een beetje pech word je gedreamcast als malafide nertsenfokker, leider van de regionale Forum-afdeling, nepkraslotenverkoper of geriatrische witte rapper.

Toen de huisdichteres en ik het er later over hadden, kwamen we op het idee van een dromogram, een kaart of animatie die het droomverkeer weergeeft binnen een bepaalde groep (collega’s, familie, clubgenoten, buurtbewoners). Wie droomt van wie en hoe vaak? De jarenlange onbeantwoorde liefde van P die elke nacht weer van F droomt, terwijl diezelfde F uitsluitend van karaokesucces droomt of van een karategevecht met haar rivale T – en niks geeft om die hele P.

P op zijn beurt is onwetend van W’s verlangens voor hem, een aanzwellende rode ader in het dromogram. En och arme… niemand droomt over N. Zelfs N zelf niet. Menigeen droomt daarentegen van B (geldschieter, boeman, baas) die hen in een wurggreep houdt of fixeert met roodgloeiende ogen. Levensmotto: ze hoeven niet van je te houden, als ze maar over je dromen!

Dromen van verschillende categorieën zouden een eigen kleur kunnen krijgen: faalangstdromen, megalomane dromen, erotische dromen, vrijeval- of zweefdromen, wensdromen, verdwaaldromen, verliesdromen, spreken-in-het-openbaar-dromen en autorijden-zonder-rijbewijs-in-een-auto-zonder-remmen-dromen.

Hoe we aan onze uiterst privacygevoelige data komen laat ik gemakshalve even in het midden. Onlangs ontdekten wetenschappers dat springspinnen wellicht ook dromen. Hebben ze nachtmerries van gevechten op leven en dood met een per abuis besprongen wesp? Of, dromen ze (je weet het maar nooit) van een kalm, zittend leven als bibliothecaris?