Van verre zag ik een opmerkelijk bermstilleven. Was een dorpsgenoot uitgekeken op zijn Picasso of Braque? Langs het fietspad bij het spoor lag een kubistische gitaar, ontleed in afzonderlijke delen.
Die hadden ze goed te pakken gehad. Slachtoffer, geen dader, concludeerde ik bij gebrek aan tegenbewijs. Een verstoorde relatie tussen bespeler en instrument. Maar hoe kon het zo misgaan? De eerste beroering van de snaren zal toch teder zijn geweest, een streling, het begin van een tactiele ontdekkingsreis.***
Frustraties en teleurstellingen zullen onvermijdelijk volgen, maar dan nog… Vanwaar deze blinde razernij?

Een mislukte auditie bij de Paceshifters, een door de muziekindustrie genegeerd album? Een weggehoonde serenade, een aubade waar de beoogde beminde bij in slaap sukkelde? Een klagende onderbuurvrouw? Maar dan nog is er niks tegen een annonce in de Reklamix: ‘Gratis af te halen…’
We liepen verder en de huisdichteres*** begon over de jaren zestig en zeventig. Toen was gitaarvandalisme heel gewoon. Hebben de jongens van The Who al eens excuses aangeboden? Alleen al in 1967 vernielde Pete Townsend 35 gitaren. Ik vermoed dat ze tegenwoordig wel een kleindochter zouden hebben die met een pruillipje tegen opa over de kringloopeconomie begon.
*** Noteer alvast 10 november (of reserveer een exemplaar bij de plaatselijke boekhandel)
doet toch een beetje pijn….