Er zijn van die standaardantwoorden waarmee ik gesprekken aborteer die mij ongelegen komen. De vraag (vergezeld van penetrante blik) ‘Marius. heb jij nooit kinderen gewild?’ pareer ik routineus met ‘Nee, een echte kinderwens heb ik nooit gehad… Wél een kleinkinderwens.’
Daar zit een kern van waarheid in. Het is heus niet zo dat kinderen me tegenstaan. (Een eersteklasser zo’n veertig jaar geleden zei eens ‘We kunnen wel zien dat u zelf geen kinderen heeft. U vindt alles leuk wat we doen.’) Maar het fulltime vaderschap ambiëren is een andere zaak. Wat de Engelsen (de arme Engelsen, voeg ik er aan toe op deze eerste Truss-loze dag) aanduiden als ‘the on and on-ness of it’… Hoewel ik die uitdrukking niet 1,2,3 terugvind. Goed, jullie snappen het idee: dat van ouders voortdurende beschikbaarheid wordt verwacht, in ieder geval door de kinderen.
Voor een vaste aanstelling als oppa-sopa / oppasopa is het nu derhalve te laat, maar deze week kon ik weer eens constateren hoe verfrissend het gezelschap van kinderen kan zijn. Een bevriend echtpaar uit Haarlem kwam langs en ze hadden hun knulletjes bij zich. Een van zeven en een van drie. Die eisten niet als vanzelfsprekend de hoofdrol op tijdens de koffie met inleidende grotemensengesprekken; de oudste (erg pienter) was zoet met een fotoboek met uitvergrote insecten, de kleine bedacht een hinkelspelletje op de natuurstenen tegels in de huiskamer. Daarna gingen we met z’n allen wandelen en hun aanwezigheid maakte alles leuker.
Ze lieten zich geamuseerd tot pakketjes vouwen die in de achterbak van de auto pasten. De altijd hongerige karpers bij landgoed De Gelder slurpten en smakten net iets harder als ze door de jochies brood kregen gevoerd.
De kleine knul had zijn blauwe rubberlaarsjes verkeerd om aangetrokken (daar waren de ouders heel tolerant in) en stapte er des te dapperder mee door de blubber van het bospad. De oudste leerde het nieuwe woord ‘drassig’ en zette dat dankbaar in zodra hij de kans kreeg.
We vonden noten langs de oever en probeerden die naar de overkant van de wetering te gooien. Bij uitspanning Opduur stond een waterpomp te wachten op gemotiveerd bedienend personeel (ze aarzelden geen moment en brachten de stroom op gang).
We brachten de drijfbrug aan het deinen en ten slotte werden de wallaby’s aan de andere kant van de N337 met een bezoek vereerd.
En ja, ik vond alles leuk wat ze deden. Het kan zomaar gebeuren. Just a perfect day, noemt Lou Reed dat. Zo een waar je van opkikkert.
Ik had jou misschien niet als vader, maar wel heel graag als opa gehad.