Ga naar de inhoud

Het mysterie meisje

Meisjes… Ze maken alles dansend, ze horen bij de lentebries die ik in gedachten kan hebben, open ramen, open tuindeuren, een tuin, met de geur waaraan ik het liefst denk, de geur van een tuin nadat het pas geonweerd heeft, in die geur zit een nieuw begin en zachte rust.

‘Prachtig lyrisch weemoedig, Marius, ga zo door! / Laat je niet zo gaan, Marius, sentimentele kwijlebabbel!’ [doorhalen wat niet van toepassing is].

Alleen heb ik bij de eerste alinea de aanhalingstekens moedwillig weggelaten. Hij is niet door mij geschreven, maar komt uit Maak het mooi, de nieuwe roman van Thomas Verbogt. Daarvan stond vanochtend in NRC een koppelrecensie, samen met Ongrijpbaarheid, de nieuwe Tim Krabbé. De heren krijgen vier ballen. Samen, eerlijk verdeeld.

Judith Eiselin windt er geen doekjes om en aan doekjes voor het bloeden doet ze evenmin: ‘Man, wat een gezemel. […] beide boeken gaan over mannen die niet van doorpakken weten, die niet kiezen, die in de eigen navel staren.’ Thomas Verbogt verwijt ze passiviteit – alles overkomt hem, hij kiest geen richting. ‘Het is meer dat de richting hem kiest, zijn leven lang, en daar mijmert en meiert hij over.’ En de ‘meisjes’ zijn ‘nauwelijks uit elkaar te houden’ […] ‘Het gaat ook niet om hen, het gaat om de diepe, diepe indruk die ze op de hoofdpersoon maken. Op de lezer niet.’

Ik schaterlachte zo luid dat de huisdichteres kwam toesnellen. En ter plekke aankondigde een ode aan de verlegen, niet ‘doorpakkende’ man te schrijven (waarvan akte!).

Recensent en schrijver waren niet compatibel, zoveel was duidelijk. Voordat ik keek wie ‘m had geschreven, veronderstelde ik dat de verbeten swipende Tinder-en FOMO-generatie hier afrekende met de verbeten doorschrijvende witte oppasopa’s. Judith Eiselin (bekend als kinderboekenschrijfster) is van 1970, dus zo’n vaart loopt dat niet. Nou kunnen beide boeken best om te huilen zijn (ik heb ze niet gelezen). Maar wat ook niet helpt: voor iemand die puberde in de jaren negentig is het waarschijnlijk onvoorstelbaar dat meisjes voor jongens ooit echt mysteries waren, ondoorgrondelijk en onbereikbaar, behalve in dromen.

Op de lagere school zat ik (1953) uitsluitend in jongensklassen en pas in de tweede van het gymnasium bevond ik me langdurig met die nieuwe wezens in dezelfde ruimte. Niet dat het veel hielp. Urenlang zag je alleen hun ruggen en vlechten of paardenstaarten. Ze hadden hun eigen geheimen, rituelen en vriendschappen. Een ‘begin van zachte rust’? Meer van zachte, of onbedaarlijke onrust. Afgelopen weekend was ik op een reünie van het Triniteitslyceum met klasgenoten van toen, dus het kwam allemaal terug. Je zou er een boek over kunnen schrijven. Alleen hoop ik dan wel dat Judith Eiselin het nooit onder ogen krijgt.

 

Dat ‘Injectables’ op het raam van de Haarlemse plastisch chirurg vond ik wel een tot de verbeelding sprekend woord. Over geheimen gesproken.

P.S. Het RaDa schreef eerder over Thomas Verbogt: https://www.dagklad.nl/2018/03/15/verbogt/


 

1 reactie op “Het mysterie meisje”

  1. Thomas Verbogt kon niet meer bij me stuk sinds hij een lyrische recensie schreef van een romanvertaling van me. De hoofdpersoon van dit boek is een Indiaans / Native meisje van huwbare leeftijd uit de negentiende eeuw. Moet ik me nu zorgen maken?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *