Het voetstuk lijkt zo onderhand meer slachtoffers te maken dan het vlindermes of de kanonslag. Zet iemand op een voetstuk (Matthijs, Mai, Ali) en prompt lopen ondergeschikten in de wijde omgeving zwaar psychisch letsel op. Wordt het geen tijd voor een voetstukverbod?
Maar ja, de menselijke behoefte aan voetstukken is al zo oud als het Gouden Kalf (dat uit de bijbel bedoel ik). En als het afgodsbeeld wordt verbrijzeld, ontstaat alom paniek. Bestuurders moeten vervolgens kalmte en gezag uitstralen, redelijkheid, betrokkenheid met de slachtoffers, loyaliteit naar de eigen organisatie en (liefst overnight, journalisten en publiek eisen het!) garanties geven dat er onfeilbare antennes komen voor alle noodsignalen die tot nu toe werden gemist en dat zoiets nooit, nooit, nooit…
NPO-voorzitter Frederieke Leeflang deed een dappere poging bij Nieuwsuur. Ik zou er gewoonlijk met een zekere gelatenheid naar hebben geluisterd – want voor van alles was het te vroeg, voor het meeste was het nu te laat, ze was pas sinds januari in functie en het culmineerde in ‘Ik vind wie verantwoordelijk is eigenlijk nog de minst belangrijke vraag. Belangrijker vind ik wat we hiervan kunnen leren.’ Bleek en risicomijdend. Bij DWDD zou Frederieke guitig worden afgekapt, om nooit meer te worden uitgenodigd.
Dat ik bleef kijken kwam doordat ik zeven jaar geleden met haar in een benoemingscommissie voor een nieuwe rector zat. Zelden heb ik zo soepel en effectief samengewerkt als met die groep (veilig ook, goed dat u het vraagt). Er zat een rector in van een bevriend gymnasium, de voorzitter van onze MR, een conrector, iemand van het OP en ik vertegenwoordigde het voetvolk, de docenten. Frederieke zat daar namens de Raad van Toezicht, maar verkeerde beroepshalve in de hoogste advocatenkringen en had toen al een ongezond uitpuilend CV.
Ongezond? Ze moet een geheim gehad hebben, want ze was fris, alert en scherpzinnig, op een niet opdringerige manier, en wist iedereen tot zijn recht te laten komen. Mooie, perfect gedoseerde glimlach ook. Ze kon het velen als ik de kandidaten vragen stelde als ‘hoe goed vindt u dat de koffie in de lerarenkamer moet zijn?’ of ‘kunt u iets vertellen over het oudste colbertje dat u nog draagt?’ Het enige negatieve wat ik aan die sessies kan bedenken is dat we niet samen iets zijn gaan drinken toen we eruit waren*. Want zo iemand heeft nooit tijd. Deloitte riep, of een van de ideële stichtingen waar ze zich voor inzette.
Frederieke, ik hoop dat ze voorzichtig met je zijn en dat je kleur op je wangen weet te houden.
* En zo kon het gebeuren dat ik de barones tegenkwam.
Over voetstukken gesproken: vele jaren geleden waren wij in Mexico. Met een bus kwamen wij aan in een middelgrote stad. De buschauffeur zag dat wij toeristen waren, ook al omdat wij geen pitten uitspuugden. “Zocálo?”, vroeg hij in plaats van het verwachte “Plaza?”. Later beseften wij dat dit woord van het Nederlandse “sokkel” afkomstig moest zijn. Standbeelden werden sinds oeroude tijden verwijderd; alleen de sokkels bleven staan in afwachting van een volgende revolutionair.
Na ‘….wat we ervan kunnen leren ‘ dacht ik onmiddellijk; Volgende!
Ik kan het niet meer horen! Wat is er mis met de schandpaal, tomaten en eieren?
@ O’geer: Ja, de lege Zocálo en wie zich even de held wil voelen kan er gebruik van maken en er op gaan staan!