Het is maar net hoe je het ziet… We waren (anderhalf jaar geleden) gebleven bij mijn +1 brilletje van de HEMA. Maar ook dat voldeed de laatste tijd soms niet meer. Eerst schoof ik de schuld nog op mijn nieuwe liefde, de Friese taal, met oogonvriendelijke woorden als tsjiinsttiid (diensttijd) en rjochtsjildich (rechtsgeldig).
Maar hoe lang wil je in je eigen smoezen blijven trappen? En omdat de huisdichteres ook zo haar zichtperikeltjes had, stapten we samen naar de opticien hier in het dorp, waar we werden omringd met zorg, vriendelijkheid en begrip. Bij ‘optometrist’ stel je je sowieso geen vloekende rauwdouwer voor, maar goh… Als ik had gevraagd of in het dertiende oogwimpertje van links niet een knikje zat, had hij dat ook vast welwillend bestudeerd.
Het voelde haast decadent, zoveel aandacht (een paar aardplaten verderop lagen mensen onder het puin van ingestorte flatgebouwen), maar natuurlijk was het prettig om met engelengeduld te worden onderzocht door iemand die hield van zijn vak. Er zijn inmiddels twee degelijke leesbrillen in bestelling, maar daarnaast waren er twee verrassingen. Toen de huisdichteres het rijtje R ??? N K Z oplas, vroeg ik waarom ze die voor mij goed zichtbare L als enige van de vijf letters niet kon identificeren. Wat was er moeilijk aan een L?
Het had ermee te maken dat het gezichtsvermogen niet altijd even even sterk is bij horizontale en verticale lijnen. En dat komt weer doordat het oog niet de vorm heeft van een voetbal maar van een rugbybal. Die L zou waarschijnlijk wel leesbaar zijn als ze haar hoofd scheef hield. Het klopte. De rest van de dag liep ik naast een verticaal uitgedaagde vrouw die bij viaducten, masten, torens en andere constructies haar bovenlijf 90º draaide en zei: ‘Ja, het is echt zo! Nu zie ik het beter!’
Daar kom je lekker vlot achter, plaagde ik, ondertussen bezig met mijn eigen issue. Ik heb een dominant rechteroog, dat een ongelijkwaardige machtsverhouding heeft met het linker; het kwam aan het licht toen een groen kruis op het scherm het vertikte om midden in een rode cirkel te landen. Als ik met mijn hand een cirkel vormde ter grootte van een walnoot en daar doorheen keek met beide ogen, zag ik het voorwerp op het scherm scherp. Als vervolgens het linkeroog werd afgedekt, was het voorwerp weg en draaide ik mijn hand ter compensatie naar links. Dan was het terug. Dat linkeroog deed als het in de verte keek eigenlijk maar voor spek en bonen mee en viel nu (na bijna zeventig jaar) vies door de mand.
We kregen ook nog een film aangeraden, The Banshees of Inisherin, die we diezelfde middag in Deventer bekeken. We kwamen beiden teleurgesteld weer naar buiten. En dat terwijl die film met lof was overladen. Het moest aan ons liggen, toch? Wat hadden we gemist? Gefocust op het verkeerde deel van het scherm of uitsluitend op de horizontale lijnen gelet? Was het meer een film voor het linkeroog? Na zo’n bezoek aan de opticien ga je aan alles twijfelen.
Even over je teleurstelling met betrekking tot ‘The banshees of Inishereen’.
Ik weet niet of de film er slechts bijgesleept wordt om ‘tongue in cheek’ nog eens terug te kunnen komen op het geconstateerde falen van de eigen optiek, maar ik had aansluitend ook graag even gehoord waarom de film tegenviel.
Zelf zag ik hem gisterenavond. Het bleek uiteindelijk een wat andere film dan ik mezelf vooraf had voorgesteld. Naast de humor overheerst toch vooral het drama. Het scenario is een verzonnen verhaal, waardoor je jezelf onwillekeurig afvraagt wat de scenarist tussen de regels door over het voetlicht wil brengen. De eenzaamheid die het leven, ondanks een ogenschijnlijke ‘close-knit community’, met zich mee kan brengen? Stof tot nadenken voor elke dorpsbewoner?
Los van diepere betekenissen vond ik de film puur als schouwspel (de Ierse westkust ten voeten uit) al de moeite waard. Mij viel de film dus niet tegen.
@HV: het was de opticien die de film aanried, maar hij had toch een andere film gezien dan wij. Stukjes van meer dan 400 woorden doen het slecht op mijn weblog (leert de ervaring) dus ik heb afgezien van een echte bespreking als appendix. Veel recensenten zijn het met jou eens, maar wij haakten af na 4/5 van de film (tot dan toe best genietbaar). Tot de losse vingers nog net op een hand te tellen waren, zeg maar. Ik zag er een geforceerde symboliek in voor de Ierse geschiedenis / zelfverminking, maar psychologisch vond ik het weinig overtuigend. Ik wilde wel een ezeltje, maar meer heb ik er zelf niet van meegenomen. Het Ierse landschap kende zijn rol en er zijn best pluspunten te bedenken, maar al met al deed het me weinig.
Dat stukjes van meer dan 400 woorden het slecht doen op mijn weblog zou voor mij geen overweging zijn. Ik schrijf op mijn eigen blog omdat ik ergens over heb nagedacht en het distillaat daarvan kwijt wil. Wie voldoende ‘attention span’ heeft kan het lezen. Wie dat niet heeft doet het maar niet. Even goede vrienden.
Als je in je reactie hierboven het deel over de opticien, de 400 woorden en de recensenten weglaat, staat er een mening van nog geen 100 woorden. Het kon dus bèst.
De zelfverminking als metafoor voor de burgeroorlog van 1922-1923 had ik zelf nog niet gezien, maar lijkt me niet onwaarschijnlijk. Ik heb de oorzaken en het verloop daarvan nagezocht en de term ‘zelfverminking’ is wel op z’n plaats. Het schijnt dat die oorlog, die minder dan een jaar duurde, meer slachtoffers heeft gekost dan de hele vrijheidsstrijd tegen de Britten, tijdens en na de paasopstand van 1916. En dan hebben we het nog niet over andere verminkingen, waar het land onder heeft geleden.
Dat ezeltje wilde ik ook wel, trouwens.
Alsof het zo zijn moet, verschijnt er, daags na het uitspreken van onze liefde voor ezeltjes, een film die over een ezeltje gaat: ‘EO’. Ik heb hem nog niet gezien, maar hij draait al in ons lokale filmhuis. Ik ga er bijna blindelings vanuit dat jij hem ook gaat zien.
Gisteren zagen wij (mijn vrouw en ik) trouwens ‘Godland’. Een film die voor wat betreft de geïsoleerde setting (IJsland, dit keer) een beetje vergelijkbaar is met ‘The banshees of Inishereen’. Wel nog een stuk raadselachtiger. Het blijft niet bij vingers afhakken; en passant worden twee mensen vermoord, zonder dat dit veel ophef lijkt te veroorzaken. Eén en ander wekt bovendien de indruk dat op zuid-oost IJsland bepaalde vormen van eigenrichting rond 1900 normaal waren. Wel een hele zit: 2 uur 23 minuten.